Reflecteren en leren
Laatst bijgewerkt op: 09-09-2024
Om je werk goed te doen is het belangrijk regelmatig stil te staan bij hoe je communiceert en werkt en welke keuzes je hierin maakt. Dit heet ‘reflecteren’: stilstaan bij je werk met als doel hiervan te leren.
Wie reflecteert houdt zichzelf een spiegel voor. Je richt de blik naar binnen en stelt jezelf vragen: ‘Waarom reageer ik zoals ik reageer? Waarom handelde ik zoals ik deed? Wat wilde ik ermee bereiken?’ Je begint bij wat er gebeurde en welke signalen er waren waar je op reageerde. Dan sta je stil bij je gevoelens en gedachten en hoe je de regie nam over je reactie. Je kijkt ook naar de resultaten van je handelen.
Je kunt reflecteren op allerlei aspecten van je werk. Bijvoorbeeld over:
- Hoe ga je om met familieleden, met een zorg-leefplan of met cliënten die je als agressief ervaart.
- Hoe doen je collega’s dat, welke gespreksvaardigheden gebruiken zij, welke keuzes maken zij?
- Hoe kun je samen met de cliënt met meer lef, creativiteit en inlevingsvermogen keuzes maken.
Alleen, in tweetallen of teamverband
Reflecteren kun je doen in tweetallen, in kleine groepjes en in teamverband. Je kunt samen stilstaan bij hoe de zorg bij een cliënt verloopt of bijvoorbeeld over de samenwerking en communicatie in het team. Reflectie kost tijd. Het ‘werkt’ als je er bewust met je collega’s mee bezig kunt zijn. Die tijd moet je maken. Als je leidinggevende het ook een goed idee vindt, moet dat kunnen lukken. Je kunt ook in je eentje reflecteren: dan doe je aan zelfreflectie. Hoe je reflectie stimuleert, lees je op deze pagina.
Leren van elkaar
Er zijn meer manieren, werkvormen om stil te staan bij het werk in de zorg en in het team. Er zijn werkvormen die helpen bij het stoom afblazen, energie opdoen en het leren uit ervaringen en van elkaar. Er zijn ook werkvormen die helpen bij korte evaluaties en het waarderen van een dag of de voortgang in ontwikkeling en dergelijke.
Voorbeelden:
- Drie woorden: Je vraagt de anderen om in maximaal drie woorden aan te geven hoe ze hun dag (of dienst) ervaren hebben.
- Schaal-vragen: Je geeft een ‘rapportcijfer’ voor een bepaalde activiteit of ervaring. Dit cijfer vormt het uitgangspunt voor een gesprek. Waarom dit cijfer?, Wat moet er gebeuren om een hoger rapportcijfer te geven?
- Barometer: Je geeft op deze barometer aan hoe je terugkijkt op een bepaalde ervaring of periode. Deze score vormt het uitgangspunt voor de gedachtenwisseling.
- Tips en Tops: Je schrijft een ‘top’, wat ging goed, wat wil je behouden en een ‘tip’ wat kon beter of anders op een kaartje of een post-its en je licht deze toe.
- Je werk anders bekijken: Je benoemt een dier, bloem of voorwerp dat het beste ‘verbeeldt’ hoe je tegen het werk aankijkt. ‘Mijn werk is als een… (tijger, koe, slak, …) en je licht toe waarom je dit dier heb gekozen.
- Moment voor een compliment: Je geeft een echte pluim aan een collega en licht toe waarom hij die verdient. Kan ook in de vorm van een bloem, briefkaart of complimentenmuur.
Aansprekende werkvormen voor verzorgenden
Verzorgenden vinden in drie publicaties tal van werkvormen en tips. Wil je bijvoorbeeld weten hoe je meer invloed uitoefent in je organisatie? In de gids Kennis ligt op de werkvloer (pdf vind je onderaan deze pagina) vinden teamleiders, verzorgenden en managers aansprekende werkvormen die ze helpen om de kennis en ervaring van alle deelnemers aan een overleg boven tafel te krijgen. De handleiding Koppen bij elkaar! (pdf vind je onderaan deze pagina) gaat uitgebreid in op intercollegiaal overleg. Hij beschrijft stapsgewijs hoe je dit kunt opzetten binnen je eigen instelling en voorziet je van praktische tips en werkvormen. Het derde werkboek gaat over het ondersteunen van ouderen met diverse culturele achtergronden. Hoe ga je om met voor jou nieuwe zorgvragen? Dit lees je in Iedereen is anders, mooi toch (pdf vind je onderaan deze pagina).
Downloads