Motiveren voor valpreventie
Laatst bijgewerkt op: 10-09-2024
Voor effectieve valpreventie is de motivatie van ouderen belangrijk. Hierbij is een actieve medewerking en inbreng van de oudere en zijn omgeving zelf nodig. Dat lukt als je op de juiste manier inspeelt op motieven en weerstanden.
Bij de motivatie van ouderen voor valpreventie kunnen verschillende factoren een rol spelen:
- Persoonlijke factoren: houding en overtuigingen op het gebied van bewegen, persoonlijke gezondheid, angsten, pijn en zelfvertrouwen.
- Programmafactoren: kenmerken van het valpreventieprogramma zoals inhoud, duur, intensiteit en de vaardigheden van de instructeur.
- Omgevingsfactoren, zoals invloed en steun van naasten en leeftijdsgenoten, en de toegankelijkheid van de cursuslocatie.
De drie fases van motiveren zijn belangrijk om een inschatting te maken van welke aanpak het beste aansluit.
Fase 1: Ouderen staan open voor valpreventie en hebben de intentie om te beginnen
Voordat ouderen bereid zijn om te beginnen met valpreventie is het van belang dat ze geïnteresseerd zijn en een positieve houding hebben. Informatie en argumenten zijn niet voldoende. Veel ouderen onderschatten hun eigen valrisico: vallen hoort nu eenmaal bij het ouder worden, vinden zij. Daarnaast kan er ook sprake zijn van weerstand tegen beïnvloeding (‘Dat bepaal ik zelf wel’), scepsis (‘Is dat nodig?’) of gewoon weerstand tegen verandering. Belangrijke aandachtspunten:
- Kies voor positieve communicatie: gebruik positieve woorden als ‘mobiel’ en ‘zelfstandig blijven’.
- Wees duidelijk: vertel duidelijk over de activiteiten.
- Hou het simpel: afbeeldingen kunnen daarbij helpen.
- Geef zorgprofessionals een actieve rol: advies wordt vaker opgevolgd van iemand die als een deskundige wordt gezien.
- Neem drempels weg: zorg voor een vertrouwde locatie in de buurt die goed bereikbaar is en bied een programma aan in kleine, overzichtelijke stapjes.
- Probeer financiële drempels zo veel mogelijk weg te nemen (bijvoorbeeld met subsidies of vergoedingen).
- Maak het leuk: plezier is een belangrijke motivator.
- Gebruik bijvoorbeeld een spel over valpreventie.
- Keuzemogelijkheden: Met het benadrukken van keuzevrijheid neem je weerstand weg.
Fase 2: Ouderen beginnen daadwerkelijk aan valpreventie
Goede intenties leiden niet automatisch tot acties. Daarvoor is een concreet plan nodig dat duidelijk maakt wat ouderen precies gaan doen en hoe dat praktisch geregeld wordt. Belangrijke aandachtspunten:
- Peil de motivatie: de start van valpreventie is een belangrijk moment om de motivatie en verwachtingen van ouderen te peilen. Op basis daarvan stel je gezamenlijke doelen en een planning vast.
- Sociale steun: ouderen vinden het fijn om iets te ondernemen met bekenden of om ergens te komen waar ze al mensen kennen.
- Actieve begeleiding: betrek zorgverleners die aandacht en waardering hebben voor de inspanningen van ouderen. Dit helpt bij het opvolgen van adviezen.
- Verbeter ‘self-management’: het werkt motiverend als ouderen invloed hebben op de vraag hoe, waar en wanneer ze hun oefeningen uitvoeren.
Fase 3: Ouderen blijven aan valpreventie doen
Voor valpreventieve beweegprogramma’s geldt dat het effect alleen werkt als deelnemers oefeningen blijven doen. Na afloop van een cursus is het belangrijk eventuele drempels weg te nemen, ouderen te ondersteunen en terugval te voorkomen. Belangrijke aandachtspunten:
- Verbeter ‘self-management’: net als in fase 2 kan het in deze fase motiverend werken als ouderen invloed hebben op de vraag hoe, waar en wanneer oefeningen worden uitgevoerd.
- Gebruik dagelijkse routines: verwerk balans- en krachtoefeningen in dagelijkse bezigheden.
- Sociale steun: het is voor ouderen makkelijker om oefeningen te blijven doen als zij als groep verder gaan naar een vervolgaanbod.
- Aandacht voor terugval: besteed al tijdens de valpreventiecursus aandacht aan risicosituaties voor terugval.
- Monitoring en follow-up: gebruik follow-upmomenten om te monitoren of deelnemers adviezen opvolgen, en om oefeningen en doelen bij te stellen zodat ze voldoende uitdaging blijven bieden.
- Aandacht voor vervolgaanbod: je maakt de overgang naar vervolgaanbod makkelijker en aantrekkelijker als je deelnemers al tijdens de valpreventiecursus in contact brengt met aanbieders.
Bron: Expertisecentrum Val- en fractuurpreventie Vlaanderen (EVV)