Probleemgedrag en psychofarmaca voorkomen
Gepubliceerd op: 20-04-2023
Probleemgedrag komt veel voor bij mensen met dementie. Doorgaans worden dan psychofarmaca ingezet. Beter is het probleem eerst goed te analyseren en ook de herziene richtlijn ‘Probleemgedrag’ is een beter alternatief.
Al het gedrag dat emotionele belasting of gevaar veroorzaakt voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving noemen we probleemgedrag. Probleemgedrag bij dementie is een complex onderwerp, mede vanwege de heterogeniteit aan uitingsvormen, oorzaken en potentiële behandelmogelijkheden. Probleemgedrag wordt doorgaans behandeld met psychofarmaca, die beperkt effectief zijn voor de onderliggende neuropsychiatrische symptomen en syndromen, zoals psychose, agressie, apathie en depressie. Psychofarmaca hebben daarnaast aanzienlijke bijwerkingen zoals sedatie en extrapyramidale stoornissen waardoor problemen met lopen en een verhoogd risico op vallen ontstaan. Meer arbeidsintensieve psychosociale en psychologische interventies worden in veel richtlijnen gezien als behandeling van eerste keus, maar worden niet altijd toegepast.
Daarentegen worden psychofarmaca juist (te) veel voorgeschreven. Ongeveer 60% van de dementiepatiënten in verpleeghuizen krijgt een psychofarmacon voorgeschreven. Betrouwbare cijfers bij thuiswonende patiënten met dementie ontbreken. In verpleeghuizen is slechts 10% van al het psychofarmacagebruik bij mensen met dementie volledig passend conform de richtlijnen en aanwijzingen in het Farmacotherapeutisch Kompas. Met name is de indicatie niet juist, het gebruik te langdurig en wordt er weinig of te laat geëvalueerd.