Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Obstipatie

Laatst bijgewerkt op: 11-12-2024

Obstipatie is ontlasting die minder vaak komt en harder is dan gewoonlijk. De meest voorkomende oorzaken zijn: verkeerde leef- en eetgewoontes, vezelarme voeding, onvoldoende drinken, te weinig lichaamsbeweging en medicatie.

  • fecaal braken
  • hevige buikpijn
  • rectaal bloedverlies dat aanhoudt
  • rectaal verlies van bloedstolsels
  • rectaal verlies van een grote hoeveelheid bloed 
  • ernstig zieke indruk
  • braken 
  • buikpijn
  • vermagering en verminderde eetlust
  • bloed of slijm bij ontlasting
  • afwisselend diarree en obstipatie
  • obstipatie bij chronische darmaandoening
  • obstipatie door medicatiegebruik

Vragen 

  1. Hoeveel dagen was er geen ontlasting?
  2. Hoe zag de laatste ontlasting eruit en was er sprake van bloed of slijm bijmenging?
  3. Hoe is het normale patroon?
  4. Hoe vindt de stoelgang plaats: toilet, stoel of bed, incontinent?
  5. Heeft de cliënt andere klachten: verminderde eetlust of gewichtsverlies, afwisselend obstipatie en diarree, overgeven, buikpijn, koorts, verwardheid?
  6. Voelt de cliënt zich ziek?
  7. Gebruikt de cliënt medicijnen: laxantia, ijzersuppletie, pijnstillers met name opiaten, verapamil, cytostatica, maagzuurremmers, diuretica?
  8. Hoe is de vocht en voedingsinname van de cliënt? 

Advies 

  1. Stimuleer de cliënt voldoende te drinken (2 liter per dag). Houd een vochtlijst bij.
  2. Stimuleer de cliënt tot het eten van vezelrijke voeding.
  3. Laat de cliënt een glas lauw water drinken of pruimen eten op de nuchtere maag.
  4. Laat de cliënt warme dranken drinken (cafeïne).
  5. Stimuleer de cliënt om te bewegen. Stimuleer de cliënt ook om oefeningen in bed te doen als de cliënt bedlegerig is.
  6. Bekijk met de cliënt onder welke omstandigheden hij gemakkelijk zijn ontlasting kwijtraakt.
  7. Overleg met de arts of je bij harde ontlasting in rectum deze eventueel manueel mag verwijderen.
  8. Bij 3 dagen of meer geen ontlasting: overleg met de arts over het geven van een microlax of klysma.
  9. Houd een defecatielijst bij. 

Achtergrondinformatie 

Onder obstipatie wordt verstaan: verminderde frequentie en/of hardere ontlasting dan gewoonlijk. Het normale ontlastingspatroon is bij iedereen verschillend: 1 à 3 maal per dag is normaal, maar 3 maal per week ook. 

Obstipatie komt voor bij:

  • 10% van de gezonde bevolking
  • 37% van cliënten met kanker in de palliatieve fase
  • 37% van cliënten met hartfalen
  • 36% van cliënten met COPD 

Obstipatie kan leiden tot urine-incontinentie. Wanneer een cliënt ineens urine- incontinent is kan dit een signaal voor obstipatie zijn.  

Obstipatie als tijdelijke afwijking van het normale ontlastingspatroon, kan meestal geen kwaad.  

Verstopping kan ontstaan om verschillende redenen: 

  • Tekort aan vocht door:
    • te weinig vochtinname
    • te weinig vezelinname. Vezels houden vocht vast en maken de ontlasting daardoor minder hard. 
    • bijwerking van geneesmiddelen (ferrofumaraat, diuretica). 
  • Te weinig peristaltische beweging door:
    • te weinig lichaamsbeweging.
    • bijwerkingen van geneesmiddelen (opioïden, sedativa, antipsychotica, antidepressiva, anti-epileptica).
    • lichamelijke aandoeningen zoals CVA, diabetes mellitus, schildklieraandoeningen.  
  • Onvermogen om het rectum leeg te maken door:
    • onvoldoende spierkracht.
    • schaamte, spanning of stress.
    • verkeerde houding (toilethoogte).

Soms hebben mensen al vanaf hun geboorte last van obstipatie, zonder duidelijke oorzaak.