- bloedsuikerwaarde lager dan 3.5 mmol/l EN
- bewusteloosheid OF
- verward of verminderd aanspreekbaar/suf
Bloedsuiker laag - Hypoglycemie
Laatst bijgewerkt op: 25-11-2024
Bij een hypoglycemie of ‘hypo’ is er sprake van te weinig glucose in het bloed. De bloedsuikerwaarde is te laag met daarbij passende klachten/verschijnselen. Wel of niet optreden van klachten kan per persoon verschillen. Klachten kunnen zijn: bleek zien, moeheid, zweten, duizeligheid, slecht zien, beven/trillen/geeuwen, met dubbele tong praten, wisselend humeur/prikkelbaar, hoofdpijn, oorsuizen en concentratiestoornissen. Bij verdere daling ontstaat slaperigheid, verlaagd bewustzijn, neurologische uitval, insulten en tenslotte coma.
Let op: Bij kwetsbare ouderen kunnen neurologische symptomen als een licht gevoel in het hoofd en onvastheid belangrijk signalen zijn van een hypoglycemie. Soms zijn de klachten bij een hypoglycaemie bij ouderen minder uitgesproken en voelen de ouderen de verschijnselen zelf niet of niet goed aan. Hierdoor kunnen zij in een diepe hypo terechtkomen zonder hier zelf op te kunnen anticiperen.
- bij bloedsuikerwaarde lager dan 3.5 mmol na genomen maatregelen tegen hypoglykemie en/of verslechtering klinisch beeld
- braken
- koorts
* De verpleegkundige moet binnen 30 minuten de cliënt zien en de arts binnen enkele uren.
ontregeling bloedsuikers
Vragen
- Is de cliënt aanspreekbaar?
- Niet aanspreekbaar: wat is de bloeddruk, pols, temperatuur en waarde van de bloedsuiker?
- Wél aanspreekbaar: welke waarde is er gemeten en waarom is de bloedglucose gemeten (eigen verzoek, bleek, zweten, prikkelbaar, trillen)?
- Wordt de suikerziekte behandeld met tabletten of insuline? Wanneer heeft de client de laatste gift gehad
- Heeft de cliënt gegeten en wanneer voor het laatst?
- Gebruikt de cliënt medicatie die de bloedsuikerwaarde beïnvloedt?
- Is de cliënt ziek; koorts, braken, diarree, infecties?
- Kan de cliënt (nog) slikken, heeft cliënt een voedingssonde?
- Zijn er door de arts afspraken gemaakt met betrekking tot de behandeling van hypoglykemieën?
Advies
Volg de individuele afspraken van de arts voor deze cliënt. Zijn deze er niet, handel dan als volgt:
BLOEDSUIKERWAARDE lager dan 3.5 mmol/l én cliënt is aanspreekbaar en kan slikken (of heeft een sonde):
- Geef een volle eetlepel suikerhoudende siroop of laat ongeveer 4- 6 suikerklontjes of tabletjes druivensuiker eten of los twee eetlepels suiker op in water. Geef daarna 2 boterhammen met zoet beleg.
- Controleer na 15 minuten de bloedsuikerwaarde. Controleer eerder als de cliënt buiten bewustzijn raakt. Als de bloedsuikerwaarde weer lager is dan 3.5 mmol/l: herhaal stap 1 en controleer de bloedsuikerwaarde na 15 minuten. Als de bloedsuikerwaarde dan nog steeds lager is dan 3.5 mmol/l: overleg met de arts.
- Als de bloedsuikerwaarde na het geven van suiker gestegen is tot boven de 3.5 mmol/l: volg voor een volgende gift van de medicatie de gemaakte afspraken na een hypo of overleg zo nodig met de arts.
BLOEDSUIKERWAARDE lager dan 3.5 mmol/l én cliënt is NIET aanspreekbaar of kan niet slikken én heeft geen maagsonde:
- Dien Baqsimi neusspray toe of spuit 1 ampul van 1 mg glucagon subcutaan of intramusculair.
- Overleg met de arts.
- Als de cliënt weer bij bewustzijn is geef de cliënt 2 boterhammen met zoet beleg of een druivensuikertablet en een boterham met zoet beleg.
- Meet na 15 minuten de bloedsuikerwaarde opnieuw en geef deze door aan de arts. Overleg over vervolgbeleid.
Controleer de bloedglucosewaarde nogmaals bij sterk afwijkende waarden en/of twijfel! Er kan veel fout gaan bij een bloedglucose bepaling:
- Is het teststripje niet over de datum?
- Is het bloedsuikerapparaat geijkt?
- Zijn de handen gewassen voordat er bloedsuiker geprikt is?
Achtergrondinformatie
Diabetes Mellitus
Diabetes Mellitus is een stofwisselingsziekte. Er is tekort aan insuline in het lichaam aanwezig (diabetes mellitus type 1) of het lichaam is onvoldoende gevoelig voor insuline (diabetes mellitus type 2). De cellen in het lichaam kunnen daardoor glucose in het bloed niet als brandstof op nemen. Gevolg: glucose stapelt zich op in het bloed. Op termijn geven hoge bloedsuikerwaarden schade aan onder andere hart, bloedvaten, ogen, nieren, zenuwen, pezen en gewrichten.
Glucose wordt door het lichaam gemaakt uit koolhydraten, die met de voeding binnen komen. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld. in: brood, aardappelen, macaroni, koek, limonade, vruchtensappen en snoep. Glucose wordt door de cellen gebruikt als brandstof. Bijvoorbeeld spieren, die tijdens het bewegen arbeid moeten verrichten, hebben glucose als brandstof nodig. Insuline is nodig om die brandstof (glucose) de cellen binnen te krijgen. Bij cliënten zonder diabetes liggen de gemiddelde nuchtere bloedsuikerwaarden tussen de 4 en de 7 mmol/l.
Het maakt niet uit of je als cliënt met diabetes tabletten of insuline gebruikt. De behandeling is anders, de ziekte, de verschijnselen en de complicaties zijn hetzelfde!