- als het bewustzijnsverlies letsel heeft veroorzaakt waarvoor acute behandeling van een arts nodig is
- bij afwijkende controles van de vitale functies
- bij het buiten bewustzijn blijven van de cliënt
- de cliënt is bekend met TIA’s
- pijn op de borst
- de cliënt reageert niet uit zichzelf
- hartkloppingen
- opeenvolgende wegrakingen
Bewustzijnsverlies
Laatst bijgewerkt op: 22-11-2024
Het gaat om tijdelijk, gedeeltelijk of totaal bewustzijnsverlies als gevolg van een verminderde toevoer van bloed, zuurstof en voedingsstoffen naar de hersenen. Verschijnselen zijn onder andere: duizeligheid, hartkloppingen (met name bij hartaandoeningen), zweten, bleek zien, bloeddrukdaling, bewustzijnsvermindering of -verlies, (om)vallen met als mogelijke gevolgen verwondingen en/of botbreuken.
Verschillende vormen van bewustzijnsverlies:
- Bewusteloosheid: de cliënt reageert niet op aanspreken of op pijnprikkels, aanraken of schudden.
- Verminderd bewustzijn: de cliënt reageert met bewegen op aanspreken of pijnprikkels, opent de ogen, is te wekken, maar reageert niet adequaat.
- Wegraking: kortdurende bewusteloosheid. De cliënt heeft direct na de wegraking een helder bewustzijn en is binnen 15 minuten klachtenvrij.
hevige duizeligheid
* De verpleegkundige moet binnen 30 minuten de cliënt zien en de arts binnen enkele uren.
niet van toepassing
Vragen
- Waren er voorafgaand klachten zoals pijn op de borst, hartkloppingen?
- Wat gebeurde er precies: omstandigheden, aan voelen komen, hoelang duurde de bewusteloosheid, meerdere keren, andere klachten?
- Is er bloedverlies? Verdenking van een botbreuk?
- Is de cliënt op dit moment weer aanspreekbaar?
- Hoe is de bloeddruk, pols, ademhaling en temperatuur en wat zijn normaalwaarden van de cliënt?
- Is de cliënt bekend met epilepsie? Zo ja, zijn er trekkingen gezien en sinds hoelang? Is er sprake van een tongbeet of incontinentie?
- Is de cliënt bekend met diabetes mellitus, myocard infarct, hartritmestoornissen, TIA, CVA, hyperventilatie?
- Is er afgesproken beleid?
- Bij diabetes mellitus: wat is de bloedsuikerwaarde?
- Welke medicatie gebruikt de cliënt? Zijn er pas wijzigingen geweest?
- Is de cliënt bekend met allergieën?
Advies
- Licht altijd de arts in.
- Leg de cliënt in een goede houding: in stabiele zijligging als de cliënt buiten bewustzijn is. Bij terugkerend bewustzijn in Trendelenburg: hoofd lager dan de rest van het lichaam of met de benen omhoog.
- Let op ademwegobstructie, verwijder een gebitsprothese. Pas op voor een kaakklem bij epilepsie!
- Laat de cliënt niet alleen en controleer pols, bloeddruk en ademhaling.
- Bij herstel van bewustzijn niet direct laten drinken in verband met verslikkingsgevaar.
- Controleer de bloedsuikerwaarde en overleg zo nodig over behandeling.
- Spreek een cliënt die bekend is met hyperventilatie rustig toe.
- Rapporteer zorgvuldig verloop en tijdsduur.
Achtergrondinformatie
Orthostatische klachten
Bij orthostatische hypotensie daalt de bloeddruk te snel bij opstaan uit zittende of liggend houding. Vijf tot tien seconden na opstaan ontstaat een licht gevoel in het hoofd. De klachten trekken na enkele seconden weg. Dit komt vaak voor bij ouderen doordat de bloeddruk stabiliserende reflexen minder goed werken. Ook bepaalde medicijnen, zoals bloeddrukverlagende medicatie, kunnen deze klachten veroorzaken. Adviseer de cliënt om niet te snel overeind te komen. Laat de cliënt eerst gaan zitten, de benen uit bed zwaaien en daarna opstaan.
Flauwvallen
Flauwvallen komt door tijdelijk onvoldoende doorbloeding van de hersenen. Dit kan veel verschillende oorzaken hebben, van onschuldig tot ernstig. Laat een cliënt die is flauwgevallen met de benen hoger dan het hoofd liggen. Laat de cliënt pas opstaan na herstel. Zorg voor een rustige omgeving. Wanneer de cliënt het gevoel heeft flauw te vallen: laat de cliënt het hoofd tussen de knieën brengen en daarna het hoofd optillen terwijl je tegendruk geeft in de nek.
Shock
Een shock is een levensbedreigende situatie. Als je in shock bent, is de bloeddruk te laag om het lichaam van voldoende bloed en zuurstof te voorzien. Er zijn verschillende vormen van shock:
- Hypovolemische shock: tekort aan circulerend volume door extreem bloed- of vochtverlies.
- Cardiogene shock: het circulerend volume is normaal maar wordt niet voldoende rondgepompt door het hart.
- Obstructieve shock: blokkade van de circulatie zorgt voor een verminderde circulatie van bloed.
- Distributieve shock: ondervulling van de vaten door toegenomen vaatvolume.
Een shock is een reactie van het lichaam op een levensbedreigende situatie. Of die levensbedreigende situatie nu bloedverlies of een allergische reactie is, het lichaam probeert dit op te lossen. Tijdens een shock wordt de doorbloeding slechter. Dit merk je allereerst aan de huid die bleker wordt. Het lichaam gaat ook meer zweten. In een poging om het hart, de longen en de hersenen zo lang mogelijk van bloed te kunnen voorzien trekt het lichaam bloed terug uit:
- huid en slijmvliezen
- spieren en onderhuids bindweefsel
- spijsvertering, lever en milt
- nieren
Pas als er geen andere mogelijkheid meer is, zullen hart, longen en hersenen last krijgen van de shock. Als het zover is, is de overlevingskans erg klein. Hoe sneller er gereageerd wordt op een shocktoestand, hoe beter.
Epilepsie
Epilepsie is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij regelmatig aanvallen optreden. Aanvallen verschillen van persoon tot persoon. Epilepsie kan zich op vele manieren uiten, meest bekend zijn de aanvallen met trekkingen van alle ledematen. Partiële epilepsie uit zich door trekkingen van enkele spiergroepen. Soms zie je alleen absences. Hierbij is de cliënt even enkele seconden tot soms enkele minuten ‘afwezig’, zonder flauwvallen of trekkingen. Kenmerkend is dat de cliënt zich van deze periode niets kan herinneren (‘black out’).
Hartritmestoornissen
Bij een ritmestoornis slaat het hart te snel (tachycardie) of te langzaam (bradycardie), of onregelmatig. Hierdoor kan het zijn dat de hersenen onvoldoende worden doorbloed. Als de pols even wegvalt kan de cliënt kort wegraken. Dit voelt de cliënt niet aankomen.
Hypoglycemie
Bewustzijnsverlies kan optreden door een te laag glucosegehalte.
Hyperglycemie
Hyperglycemisch coma door te lang (meerdere dagen tot weken) een te hoog glucosegehalte.