Tips voor wat te doen bij slikproblemen
Gepubliceerd op: 02-03-2017
Prettige houding
- Rechtop zitten bij eten en drinken. Met het hoofd recht en bij voorkeur iets naar voren of opzij.
- Wanneer rechtop zitten niet lukt: halfliggende houding of helemaal op de zij. Adviseer cliënt niet op de eventueel verlamde zijde te gaan liggen en nooit in (half) achteroverliggende houding te drinken.
- Een cliënt die halfzijdig verlamd is maar wel rechtop kan zitten, geeft er over het algemeen de voorkeur aan om via de niet verlamde zijde van de mond te eten en te drinken.
- Adviseer de cliënt tot tien minuten na de maaltijd rechtop te blijven zitten.
Eet- en drinkgerei
- Een laag kopje, beker of glas, of een plastic beker als een gewone beker of kopje te zwaar is. Het gebruik van een tuitbeker of rietje bij slikstoornissen wordt over het algemeen afgeraden. Ze geven 'snelheid aan een slok' waardoor de verslikkans toeneemt. Het gebruik van een schuine beker waardoor het hoofd rechtop kan blijven tot en met de laatste slok wordt meestal als prettig ervaren. Zie instructiefilm Goedgebruik.nl.
- Gebruik een lange smalle (doseer)lepel of dessertlepel met ronde vorm om drinken en eten te geven.
- Een warmwaterbord houdt de maaltijd warm als de cliënt langzaam eet. Koud eten kan ook een reden zijn om een maaltijd te weigeren.
Praktische adviezen in de communicatie
- Bespreek welk eten de cliënt wel of niet mag hebben (eventueel in overleg met diëtist).
- Leg uit welke sliktechnieken en welke houding het goed slikken bevorderen (eventueel in overleg met logopedist, fysiotherapeut, ergotherapeut).
- Vraag welke hulpmiddelen de cliënt gebruikt (eventueel in overleg met logopedist of ergotherapeut).
Bij psychogeriatrische problematiek of meervoudige handicap
- Maak contact, noem de naam van de cliënt en raak hem eventueel zachtjes aan.
- Laat eten en drinken zien en ruiken, benoem het eten en begeleid de hap met woorden.
- Bij stoornissen in het gevoel van lippen en mondholte: bied het eten op kamertemperatuur aan.
Speciale omstandigheden
Als de omstandigheden veranderen, dan kan het nodig zijn extra op te letten bij slikproblemen. Zoals bij wisseling van eten, menu of consistentie, wisseling in voedingsdienst of kok, en bij wisseling in helpers en voedingsassistenten.
Extra aandacht kan ook nodig zijn, als de cliënt (in het bijzonder bij mensen met psychogeriatrische problematiek):
- Moe, verkouden, ziek is of pas ziek is geweest.
- Nog niet goed wakker is.
- Verdrietig is, boos is of zich ‘uitdagend’ gedraagt.
- Het eten of drinken die dag niet lekker vindt.
- Veel te snel eet, ‘schrokt’.