Praktische adviezen en hulpmiddelen bij slikproblemen
Gepubliceerd op: 03-03-2017
Slikproblemen kunnen een maaltijd lastig, vervelend en zelfs gevaarlijk maken. Geef cliënten daarom de juiste hulp en begeleiding. Op deze pagina lees je hoe je van eten en drinken een prettigere en veilige ervaring maakt.
Adviezen om cliënten met slikproblemen te helpen
De juiste eetomgeving
- Raad de cliënt met slikproblemen aan om niet alleen te eten of te drinken. Het is beter als er altijd iemand in de buurt is.
- Eet de cliënt graag samen met een groep of liever alleen op de kamer? Houd hier rekening mee.
- Zorg voor een rustige omgeving met weinig afleiding. Praat niet onnodig tegen de cliënt tijdens het eten. Moedig wel aan om te slikken of de mond te openen.
Mondzorg en gebit
- Een kunstgebit moet zo stevig mogelijk zitten. Je kunt daarvoor kleefpasta gebruiken. Of verwijs een cliënt door naar een tandarts of prothesemaker als dat nodig is. Laat de cliënt het gebit uit de mond halen tijdens een maaltijd als het los zit.
- Maak na de maaltijd de mond en het gebit schoon. Verwijder restjes van de mond. Poets het gebit of spoel het kunstgebit schoon.
- Loopt er voedsel, speeksel of drinken uit de mond? Dep dit dan weg. Schraap de resten vooral niet met een lepel weg. Dit verstoort de beweging van de mond. Bovendien voelt het naar en maakt het de tere huid schraal.
Eten en drinken aanbieden
- Laat het eten of drinken eerst zien en ruiken.
- Bied niet tegelijk eten én drinken aan. Soep met vulling, drinken bij een maaltijd, een koekje bij de koffie en medicijnen met water zijn dus geen goed idee.
- Laat de cliënt kleine hapjes en slokjes nemen. En laat de cliënt zelf van de lepel of vork afhappen, vooral als die persoon snel moe is.
- Ga op ooghoogte zitten om te helpen en houd oogcontact.
- Geef het eten niet te 'hoog' aan. Het eten of drinken schiet namelijk sneller de luchtpijp in als het hoofd achterover gekanteld is.
- Breng het eten in de mond met lichte druk op de tong. Zo voelt de cliënt de hap beter en slikt hij of zij sneller.
- Geef niet te snel een volgende hap. Let op bewegingen van het strottenhoofd. De mond moet leeg zijn voor de volgende hap.
- Je kunt aanwijzingen geven om te helpen met slikken: 'tong tegen gehemelte zetten, lippen sluiten en slikken'.
- Laat de cliënt na 2 of 3 happen een keer extra slikken.
Hulpmiddelen bij slikproblemen
- Slikgel of bevochtigingsgel helpt cliënten gemakkelijker en rustiger te slikken. Voor het slapen gaan is slikgel beter dan een spray, omdat het langer werkt. Een spray gebruik je vaker overdag.
- Heeft een cliënt een halfzijdige verlamming? Gebruik dan een anti-slipmatje. Zo hoef je het bord niet meer met de andere kant tegen te houden als het wegglijdt.
- Er zijn drinkbekers die cliënten gemakkelijker laten drinken. Deze vind je in veel verschillende soorten en maten.
Tips voor dranken
- Verdik dranken. De vloeistof loopt dan trager door de keel.
- Geef de cliënt koude of zure dranken, zoals karnemelk.
- Geef Lactulose niet puur. Doe het liever door de thee of yoghurt.
- Verdik vloeibare drinkvoeding met bijvoorbeeld vla of appelmoes. Vooral als cliënten de drinkvoeding niet lekker vinden.
Tips voor voedsel
- Laat de cliënt geen korrelig of droog voedsel eten. Geef ook geen pudding of soep met vulling, zoals vruchten, vermicelli of balletjes.
- Laat cliënten medicijnen innemen met appelmoes, vla of yoghurt in plaats van water.
Bekijk eerst of je de medicijnen wel met melkproducten mag innemen. - Snijd de korsten van brood en gebruik smeerbaar beleg. Als brood eten niet meer gaat, maak dan vruchtenmixen, pap van brood of normale pap. Geef geen havermout, want dat heeft te veel vezels.
- Snijd het eten klein, maar niet al te fijn.
- Moet voedsel gemalen worden, meng dan niet alles door elkaar.
- Pureer vlees met veel jus of saus. Gebruik daarvoor een staafmixer. Dit geeft een smakelijker resultaat.