Naar hoofdinhoud Naar footer

Tips om mensen met dementie genoeg te laten eten en drinken

Gepubliceerd op: 20-09-2021

Eten en drinken is niet altijd eenvoudig bij mensen met dementie. Dat heeft allerlei oorzaken. Zo proeven en ruiken de meeste mensen met dementie minder goed. Zelfstandig eten wordt steeds lastiger en afleiding ligt op de loer. Hoe zorg je ervoor dat jouw cliënten met dementie toch genoeg eten en drinken? Op deze pagina krijg je handige tips voorgeschoteld van twee adviseurs, die allebei kok zijn geweest.

Voldoende eten en drinken is belangrijk, helemaal voor mensen met dementie. Hoe zorg je ervoor dat mensen met dementie genoeg eten en drinken? Met kleine aanpassingen kun je al veel bereiken. Dit kun je als zorgprofessional doen, maar ook als je thuis zorgt voor iemand met dementie.

Oorzaken van minder eten en drinken

Dementie is niet altijd de oorzaak van problemen met eten en drinken. Wilma van der Wal stond vroeger in de keuken en is nu adviseur voedingshygiëne bij zorgorganisatie Marga Klompé. Zij zegt: ‘Kijk eerst of er geen lichamelijke oorzaken zijn. Denk aan een niet passend kunstgebit, dat voor veel problemen kan zorgen. Ook bij gebruik van bepaalde medicijnen heb je helemaal geen zin in eten of drinken meer. Dat geldt ook bij verstopping. Die lichamelijke problemen moet je eerst uitsluiten.’

Lekkere geuren

Als dat allemaal niet aan de orde is, hoe krijg je mensen dan aan het eten en drinken? ‘Dat kan bijvoorbeeld door te zorgen voor lekkere geuren’, zegt Wilma. ‘Werk met sterkere geuren, omdat mensen met dementie vaak minder goed ruiken. Als je bijvoorbeeld gebakken aardappeltjes maakt, bak daar dan eens ui en spek bij. Dan heb je al veel meer geur en smaak te pakken. Je verspreidt daarmee meteen een lekkere geur in de huiskamer. Een ander gerecht dat zorgt voor een heerlijke geur is gestoofde appeltjes met kaneel.’

Extra kruiden en specerijen

Leo Koster is adviseur eten en drinken bij WoonZorgcentra Haaglanden (WZH). Net als Wilma is hij jarenlang kok geweest en weet hij dus heel veel over voeding aantrekkelijk maken. ‘Veel mensen met dementie hebben een bepaalde vorm van smaakverlies. Dan zijn we gauw geneigd om te grijpen naar de zoutpot, maar dat is helemaal niet nodig. Je kunt ook werken met andere smaken en extra kruiden en specerijen toevoegen in plaats van zout.’

Wilma geeft twee voorbeelden van toevoegingen die de smaak verhogen: ‘Een kruidencombinatie van kerrie en gember werkt heel goed samen. En als je wat parmezaanse kaas raspt over de tomatensoep, dan heb je ineens veel meer smaak.’

Gelukkig worden van eten en drinken

Leo kijkt graag vanuit de wensgedachte. ‘Je hebt er niks aan als een cliënt eten weigert’, zegt hij. ‘Ik draai het om. Ik kijk liever: wat kan de cliënt nog wel? Eet hij wel de voeding waar hij gelukkig van wordt? Het kan zijn dat hij daardoor wel aankomt, ja. Maar in sommige situaties kun je je afvragen hoe erg dat is. Dan ga je afwegen wat belangrijker is: een cliënt die geniet van het eten of een cliënt die een bord met voorgeschreven voeding voor zijn neus krijgt en dat vervolgens weigert te eten.’

À la carte

Hoe kom je erachter wat een cliënt wenst? ‘Het is maatwerk’, vervolgt Leo. ‘Kijk naar de achtergrond van een cliënt, naar zijn cultuur, zijn geloofsovertuiging. Kijk naar hoe hij zijn leven geleefd heeft. Luister naar de cliënt en bedenk hoe je daar op kunt afstemmen. Natuurlijk kun je niet à la carte gaan koken, want het is geen hotel. Maar je kunt wel proberen thuis na te bootsen. Dat is het belangrijkste concept.’
 
‘Bij woongroepen in WZH wonen gemiddeld 6 tot 10 bewoners samen, en daar verzorgt een huiskamerbegeleider het eten en drinken’, vertelt Leo. ‘Die kookt dagelijks één menu, net als vroeger thuis, maar hij houdt wel rekening met individuele wensen. Zijn er bijvoorbeeld gekookte aardappels, dan is er ook een gemalen variant, in de vorm van aardappelpuree. Of er is een alternatief voor een bewoner die geen zetmeel eet omdat hij dat nooit in zijn leven gedaan heeft. Dus er is wel degelijk variatie, zonder dat je voor iedereen apart kookt.’

Net een echte pannenkoek

Bij mensen met dementie gaat het slikken vaak moeilijker, of ze vergeten zelfs te slikken. ‘Als je het eten moet malen, maal de onderdelen dan apart,’ adviseert Wilma. ‘Doe niet alles bij elkaar in de staafmixer. En maak bijvoorbeeld van de aardappelpuree een bolletje met een ijsknijper. Dan ziet het er al aantrekkelijker uit en dat maakt een groot verschil. Alles is te malen, zelfs pannenkoeken. Gebruik eens appelcompote bij het malen in plaats van water. Dan heb je dus een pannenkoek met appel. En als je het ook nog met een spuitzak in de vorm van een pannenkoek spuit en je doet er stroop overheen, dan lijkt het net een echte pannenkoek. Dit kan je thuis ook prima doen.’

Gekleurd servies

‘Ook kleuren zijn van belang’, benadrukt Leo. ‘Als je een wit bord neemt op een wit tafelkleed, dan zien veel cliënten het verschil niet. Die stoppen met eten en snappen het niet meer. Mijn tip is: maak contrast. Gebruik een bord met een felgekleurde rand op een gekleurde placemat of tafelkleed. Liefst zonder afbeeldingen, die leiden alleen maar af.’ ‘Het servies doet heel veel’, zegt ook Wilma. ‘Als je water in een gekleurd glas doet, bijvoorbeeld rood, dan zullen mensen die houden van zoetigheid dat eerder opdrinken dan als je het in een helder glas doet. Het rode glas zorgt voor een associatie met zoet.’

Wilma vervolgt: Als je een pan op tafel zet en de cliënten zitten laag in een rolstoel, dan kijken ze tegen de zijkant van de pan aan. Door de hoogte van de pan kunnen ze er niet inkijken. Het is leuker om het in een lage schaal te doen of een glazen schaal, zodat ze het eten kunnen zien.’

Niet volscheppen

Met heel eenvoudige dingen is veel te doen, vertelt Wilma. ‘Je kunt bijvoorbeeld beter een wat groter bord nemen waar je de porties opschept dan een klein bord dat je helemaal volschept. Want dan hebben cliënten weinig zin om te gaan eten omdat het veel meer lijkt. Dan hoor je wel: “daar begin ik niet aan, dat is zo veel”. Op een groot bord is de hoeveelheid te overzien. Terwijl het net zoveel is als in dat kleine bord.’

Sfeer

‘We zijn vaak heel erg gericht op de dagelijkse zorg’, zegt Leo. ‘Terwijl juist de omgeving het verschil maakt, zeker bij eten en drinken. Daar gaat het vaak om dingen die cliënten herkennen uit het verleden. En dat brengt ze weer terug naar de tijd van toen. Herkenning en de voeding hebben invloed op het dagelijkse bestaan van een cliënt. Dat kan een hele positieve bijdrage leveren aan de manier hoe hij zijn dag doorbrengt en aan zijn kwaliteit van leven.’ Dat herkenning belangrijk is beaamt Wilma. ‘Tijdens de koffie zet ik wel eens een busje Buisman van vroeger op tafel’, vertelt ze. ‘Als je dan koffie schenkt en je doet er een plak koek bij, nou dan eten ze dat als vanzelf op. En je hebt een gezellige sfeer aan tafel. Zo maak je het eten echt een onderdeel van het dagelijks leven. Ik heb ook wel eens een snijbonenmolen meegenomen waarmee we snijbonen hebben gemalen aan tafel. Die molen en de sterke geur van gemalen snijbonen brengen de herinneringen echt naar boven.’

Kijk door de bril van een bewoner

‘Ik merk dat er in zorginstellingen echt wel veel aandacht is voor eten en drinken’, zegt Leo. ‘Alleen de manier waarop ze hun visie maken, daar zitten enorme verschillen in. De gezondheidszorg is naar mijn mening vrij institutioneel ingericht. Maar begin eens met kijken door de bril van een bewoner. En ga dan bedenken wat je kunt doen om zijn wensen te realiseren.’

Eten van toen

‘Als iemand met zijn partner thuis woont en dementie krijgt, heeft dat heel veel impact op de partner’, legt Leo uit. ‘Dan staat je hele wereld op zijn kop. Mensen gaan dan wel eens vanuit een soort weerstand handelen. Zij zeggen dan: je eet altijd aardappels, waarom nu niet? Dat snapt de partner niet, die raakt dan in een soort paniekstand. Maar juist de partner weet heel goed hoe zijn partner met dementie in het verleden heeft geleefd. Ga daar dan ook mee verder.’

Muziek

Leo: ‘Het is de combinatie van de kleur, de sfeer in de huiskamer, de geur. Zet de televisie en de radio uit, dat leidt allemaal af. Al kan het best zijn dat een bepaalde cliënt juist weer baat heeft bij het rustgevende van muziek. Een tip, ook voor mensen thuis: als je weet dat je partner altijd heel erg gecharmeerd was van een bepaald genre of een bepaald programma: zoek dat dan eens op en kijk wat er gebeurt.’

‘Verzin ook geen nieuwe dingen, van: misschien is het leuk als we hem een keer wat anders geven’, vervolgt Leo. ‘Want dat gaat de partner waarschijnlijk niet accepteren. Als je altijd bepaalde gewoontes had bij het eten, blijf dat dan doen. Als je altijd de tafel hebt gedekt met een tafelkleed, doe dat dan. Ga ook niet alles uit handen nemen. De partner met dementie heeft zijn eigen waardes nog, die vindt het fijn om zelf nog dingen te doen, ook al gebeurt er misschien wel eens een ongelukje.’

Tips over eten en drinken

Mondgevoel

  • De structuur van het eten en het mondgevoel zijn belangrijk. Een voorbeeld: bruine bonen in chili con carne zijn nog wel eens stroef en hard in de mond. Maar als je daar bijvoorbeeld een bekertje crème fraîche doordoet dan wordt het veel smeuïger. Het vet vormt een filmlaagje om de boontjes waardoor het veel makkelijker eet. Het mondgevoel is dan heel anders, zachter, aangenamer.
  • Stel je eens voor dat je helemaal geen smaak meer hebt en je eet een gehaktbal. Dan heb je het gevoel dat je een spons eet. Als je die gehaktbal paneert waardoor er een knapperig korstje omheen komt, dan heb je al een heel ander mondgevoel. Ook croutons in de soep of een lange vinger in een toetje zorgen voor een andere beleving. Zo kun je met kleine dingetjes best veel doen.

Hapklare stukken

  • Als je groentes snijdt, zorg dan voor niet te grote stukken. Te grote stukken witlof bijvoorbeeld, die kun je niet goed snijden en je kunt ze niet op je vork leggen. Helemaal niet handig. Als je dat snijdt zodat ze het beter kunnen oppakken met hun bestek dan maak je het een stuk eenvoudiger.

De vijfde smaak

  • Werk eens met de vijfde smaak: umami. Die heeft heel veel positieve effecten: het is eetlustopwekkend, de smaak blijft wat langer hangen en wat ook ideaal is voor ouderen: het is wat speekselverhogend. Dus het slikken gaat wat makkelijker.

Tekst: Hansje Langedijk