Communiceren over zelfmanagement
Laatst bijgewerkt op: 13-12-2023
De basishouding voor zelfmanagementondersteuning is beschreven op de pagina 'Competenties voor zelfmanagementondersteuning'. Maar hoe kunnen zorgverleners dit daadwerkelijk in de communicatie met zorgvragers vormgeven? Hoe zorg je nu dat je aansluit op de persoon om wie het gaat? Welke kennis en ervaring heeft de zorgvrager al? Begrijpt hij informatie en kan hij deze toepassen? Welke vragen stel je? Hoe stel je samen doelen? Dit hoofdstuk gaat over persoonsgerichte communicatie en hoe je dat doet.
Als je iemand wil ondersteunen bij het leven met een of meerdere chronische aandoeningen, dan moet je weten wat deze persoon wil en belangrijk vindt. Echt contact, de persoon serieus nemen, ruimte geven voor eigen regie, goed luisteren en de juiste vragen stellen zijn daarom belangrijk. Bouw voort op wat de zorgvrager al weet en kan. Ook gaat het er om dat je je eigen ideeën over wat goed is voor de zorgvrager, dus je eigen oordelen, meningen en aannames probeert zoveel mogelijk los te laten. Jouw professionele oordeel breng je pas in zodra je de situatie en de behoefte van de zorgvrager goed kent. De taal die je gebruikt en de informatie die je geeft moeten passen bij de zorgvrager. Persoonsgericht werken, een open, nieuwsgierige houding en juiste gespreksvaardigheden en taal zijn belangrijke elementen als het om de communicatie gaat. Gezondheidsvaardigheden gaat in op het ondersteunen van zorgvragers die moeite hebben met taal of het lastig vinden om keuzes te maken.
Bekijk de video's
De eerste video gaat over mensen leren kennen. Centraal staat het gedicht 'See me!' Dit gedicht werd gevonden in de nalatenschap van een onbekende oude vrouw in een verpleeghuis. Ze roept zorgverleners op: kijk niet alleen naar mijn gebrekkige functioneren nu en mijn ‘buitenkant’, maar kijk en luister naar mij, naar het leven dat ik leefde, en hoe ik dat beleefde.
De tweede video gaat over contact maken. Mevrouw Goedhart krijgt dagelijks ondersteuning van de ADL. Sandra komt de woning binnen van mevrouw Goedhart om een enveloppe te overhandigen en het ontbijtservies op te halen. Is er contact? Is er aandacht? Luistert Sandra naar verbale en non-verbale signalen? Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?