Er zijn 3 vormen van agressief gedrag: verbale, psychische en fysieke agressie. Als je denkt aan je beroepspraktijk, waar zou je dan de meeste moeite mee hebben? Kun je ook verwoorden waarom dat zo is?
De psychoanalytica Karen Horney opperde als theorie dat er 3 fundamentele (gedrags)posities zijn om te overleven in een potentieel vijandige wereld. Deze 3 posities zijn:
- moving towards people,
- moving away from people,
- moving against people.
In de laatste positie herkennen we agressief gedrag het meest. Vatten we agressie breder op – als levensenergie – dan herkennen we het ook in de andere posities. Stampvoetend weglopen, je stilletjes terugtrekken of juist op een warm-menselijke manier een conflict proberen op te lossen vraagt ook om een bepaalde mate van vastberadenheid (er-op-af- of van-weg-houding) die je kunt zien als agressie. Ieder mens kan boos en agressief worden als de juiste omstandigheden aanwezig zijn.
5 bronnen van agressie
We onderscheiden 5 bronnen van agressie:
- Frustratieagressie: vanuit angst of machteloosheid;
- Instrumentele agressie: als strategie om doel te bereiken;
- Verzet tegen autoriteit: vanuit machtsverhoudingen tussen professional en cliënt;
- Als gevolg van psychische stoornissen, bijvoorbeeld PTSS, autisme, verslaving, persoonlijkheidsstoornis;
- Als gevolg van ziektes, bijvoorbeeld stofwisselingsziekte (schildklier, diabetes), dementie, NAH of pijn.
Kenmerken van frustratieagressie (de emmer loopt over):
- De reactie is niet in verhouding tot het gebeurde;
- Uiten van echte emoties;
- Onvoorspelbaar; kan iedereen overkomen;
- Zelfbeheersing is weg;
- Zwart/wit verwijten.
Kenmerken van instrumentele agressie (om je zin te krijgen)
- Doelgericht, weloverwogen en gecontroleerd;
- Geen sprake van authentieke emoties;
- Herkenbaar patroon dat telkens opnieuw werkt;
- Dreigen, manipuleren, bruut of subtiel;
- De agressor heeft een reputatie.
Kenmerken van agressie vanuit machtsverhoudingen (de ander eronder houden)
- De agressor legt verantwoordelijkheid voor de schuld bij het slachtoffer; geen eigen schuldbesef;
- Onderliggende vooroordelen;
- Machtsverschil;
- Agressie kent een opbouw; er is een spiraal van geweld;
- Taboe; probleem wordt niet ernstig genomen.
Kenmerken van agressie als gevolg van stoornissen, ziekte of verslaving
- Reden agressie is niet duidelijk, geen logische oorzaak; obsessie, wanen, wantrouwen;
- Voorgeschiedenis: trauma’s, stigma;
- Bewustzijnsverandering;
- Let op: het gaat vaak om frustratieagressie en zo moet je het aanpakken, behalve bij verslaving. Daar kan het gaan om instrumentele agressie die uit de straatcultuur afkomstig is en frustratieagressie omdat er sprake is van afkickverschijnselen.
Je zult je realiseren dat mensen niet bij elk van deze bronnen evenveel controle hebben over hun gedrag. Trauma, ziektes of andere psychische aandoeningen kunnen agressief gedrag veroorzaken. Het is belangrijk om dit te weten en te begrijpen als zorgverlener.
Op YouTube staan allerlei filmpjes over goede en foute reacties op agressief gedrag in de verpleegkundige praktijk. Je kunt deze bekijken om ervan te leren. Sommige filmpjes vind je terug in deze module.
Omdat ziektes een bijzondere bron vormen en een meer medische aanpak nodig hebben, zullen we daar niet verder op ingaan. In de YouTube-filmpjes zijn deze wel te zien.
Bij agressie kan er sprake zijn van:
- interne escalaties (lang lontje): zwijgen, terugtrekken, vermijden, eenzaamheid, depressiviteit, zich verloren voelen;
- externe escalaties (kort lontje): aanvallen, verdedigen, schreeuwen, willen overtuigen, zwart/wit, willen winnen, van alles erbij halen, exploderen.
Het kan ook gebeuren dat spanningen zich intern opbouwen zonder dat je dit ziet. Iemand kan vervolgens toch ineens uitbarsten en dit kan dan onterecht gezien worden als een kort lontje. Zorg er dus voor dat je je patiënt kent, dat je weet hoe de spanning bij je patiënt opbouwt en waardoor dat komt. Zie ook: toepassing van de spanningsmeter.