Naar hoofdinhoud Naar footer

Diversiteit en inclusie: welke aanpak werkt echt?

Gepubliceerd op: 24-02-2023

Laatst bijgewerkt op: 28-11-2023

Marten Bos begeleidt en adviseert (zorg)organisaties en begeleiders over diversiteit en inclusie in hun aanpak. In 2022 gaf hij bij Vilans een lezing voor zorgorganisaties. Welke aanpak werkt volgens hem? Hij geeft de 6 belangrijkste tips.

Marten Bos komt ook uit de zorg. Hij is jarenlang hulpverlener geweest voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Ook werkte hij veel met mensen met een migratieachtergrond. Voor alle tips geldt dat het management ondersteunend moet zijn en zelf meedoet. Werk maken van diversiteit en inclusie vraagt iets van iedereen in de organisatie, en ook van je manier van werken. 

1. Luister naar ervaringsdeskundigen

Ervaringsdeskundigen zijn mensen met ervaring die daar ook op kunnen reflecteren. ‘In de jeugdhulpverlening staan bijvoorbeeld vaker mensen op die aangeven dat ze kapot gemaakt zijn. Zij willen naar zorginstellingen om die ervaringen te delen. Wees als instelling bereid hiernaar te luisteren en ervan te leren, in plaats van in de verdediging te gaan. Het goed bedoelen, is het probleem niet.'

'Ervaringsdeskundigen die zelf in een zorgorganisatie werken adviseer ik om een netwerk te hebben buiten de zorginstelling dat hen inspiratie geeft. In hun werkomgeving betekent het namelijk vaak dat ze veel moeten uitleggen. Ze zijn vaak de enige persoon bijvoorbeeld van kleur.’

2. Ga na wie je bereikt met je werving

‘In tijden van een personeelstekort vinden studenten van kleur nog altijd moeilijker een stageplek of baan in de zorg dan hun witte medestudenten. Daarnaast zitten niet op alle hbo-scholen (veel) mensen van kleur.' 

'Wees als organisatie bewust van je eigen bubbel. Kijk waar je, buiten de comfortzone, een ander netwerk hebt. In Utrecht en Den Haag bijvoorbeeld zitten meer mensen met een migratieachtergrond. Misschien kun je iets doen met reiskosten om hen aan te trekken.' 

'Neem niet iemand aan om aan diversiteit te voldoen, maar kijk naar de sfeer, omgangsvormen en werkwijze, waardoor bijvoorbeeld mensen van kleur en LHBTI-ers zich misschien niet thuis voelen. Wat hebben zij nodig om bij jou te komen werken?'

3. Organiseer momenten om stil te staan

‘Het is druk in de zorg en daarom blijft iedereen vaak doorrennen. Als je even stilstaat als professional bij wat je aan het doen bent, dan ben je daarna juist veel effectiever.' 

'Organisaties adviseer ik om een paar momenten per jaar met elkaar stil te staan. En supervisie te faciliteren, ruimte voor elkaars verhalen, zodat er tijd is om met elkaar te bespreken wat speelt en iedereen nodig heeft. En waar misschien verschillen juist helpend of belemmerend zijn.' 

'Dat vraagt lef in alle drukte, maar daarmee kun je burn-outs en verloop voorkomen en diversiteit bespreekbaar maken. Mogelijk kom je ook tot een andere aanpak.’ Zie de volgende tip.

4. Kijk waar je rituelen en methodes kunt aanpassen

‘Veel methodes zijn tientallen jaren geleden bedacht en op de zorg voor witte, hetero-, middenklasse mensen gericht. Die methodes beginnen al in de opleiding, waarop studenten kunnen afhaken. Ze herkennen zichzelf en hun omgeving daar niet in. Dat vraagt om aanpassingen of om andere methodes, zodat je niemand uitsluit van de juiste zorg en ondersteuning, of van een baan als zorgverlener.'

'Het model van reflectie werkt bijvoorbeeld niet bij iedereen. Of niet meteen. Soms moet je eerst praktisch handelen om de ander zich veilig te laten voelen in plaats van reflectie.'

'Daarnaast heeft iedere organisatie bepaalde rituelen in hoe ze vergaderen en hoe ze met cliënten werken. Terwijl de echte gesprekken en beslissingen mogelijk bij een koffiemoment of rookmoment gebeuren. Heel informeel. Of dat je online even met elkaar spreekt en afspraken maakt. Vergaderingen kunnen dan minder vaak of korter, waardoor iedereen wel meedoet.'

'En cliëntgesprekken werken niet altijd aan een tafel, waarbij je elkaar moet aankijken. Fietsend, voetballend, televisie kijkend, gamend of wandelend kom je soms veel meer te weten. Dan praat je tussendoor.' 

'Je wijkt dan af van hoe je denkt dat het hoort. Je werkt vanuit duidelijke waarden waaruit verschillende rituelen en methoden volgen. Wat werkt voor de diverse medewerkers en cliënten? Dat staat centraal.’

‘Wijk af van wat je denkt dat hoort, maar denk aan wat werkt voor diverse medewerkers en cliënten. Dat moet centraal staan.’

Marten Bos, Adviseur diversiteit en inclusie

5. Sta open voor inbreng

‘Luister naar elkaars verhalen en inbreng, dan bevorder je ook diversiteit. Vraag wat iemand meemaakt. Of iemand nog achter een besluit of werkwijze staat. Dan zal een medewerker, die misschien ook ervaringsdeskundige is, zich gesteund voelen en zelf met ideeën komen.' 

'Ook als een medewerker een keer weggestuurd is door een cliënt met een racistische opmerking. Vraag als collega of leidinggevende even hoe dat voor diegene is. Dat moment van aandacht en erkenning maakt verschil.’

6. Kijk naar overeenkomsten 

‘Een moslima die zorg verleent en een hoofddoek draagt, liep er tegenaan dat cliënten met haar niet over seksualiteit willen praten. Terwijl ze dacht dat ze dat misschien wel beter kan dan haar witte collega’s.' 

'In plaats van haar uit zulke gesprekken weg te houden, kun je kijken welk verhaal zij heeft. En welk verhaal een cliënt heeft. En dan de overeenkomsten zoeken. Je werkt dan eerst aan de relatie.'

'Zo bleek het beeld er te zijn dat islamitische vrouwen niet over seksualiteit mogen praten. Hoe kan zij laten zien dat je daar wel met haar over kan praten? Ze heeft posters en een regenboogvlag in haar wachtkamer opgehangen. Dat hielp.’