Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

10 tips voor docenten: zo gebruik je de Kennispleinen van Vilans

Gepubliceerd op: 02-03-2023

Een filmpje over hygiënisch werken, een factsheet over dementie, praktijkvoorbeelden; je vindt het allemaal op de Kennispleinen van Vilans. Als docent kan je ze gebruiken om de lessen nog leuker en interessanter te maken. Studenten kunnen ze gebruiken om informatie terug te vinden en er in de praktijk mee aan de slag te gaan. Maar hoe gebruik je als docent de Kennispleinen dan precies? Om je daarmee op weg te helpen, hebben wij een aantal tips onder elkaar gezet.

Tip 1: Gebruik de Kennispleinen als naslagwerk en maak gebruik van de bestaande informatie. Er zijn verschillende Kennispleinen met elk een eigen aandachtsgebied; een overzicht daarvan vind je op de website van Vilans.  

Tip 2: Gebruik de informatie op de Kennispleinen als verdieping op de lesstof. Denk daarbij aan actueel onderzoek in de gehandicaptenzorg, het enthousiasmeren van jongeren voor het werken in de ouderenzorg of keuzehulpen voor zorghulpmiddelen.  

Tip 3: Maak gebruik van de Hulpmiddelenwijzer om studenten kennis te laten maken met innovatieve producten voor zowel de ouderen- als de gehandicaptenzorg. De website geeft een overzicht van bestaande hulpmiddelen en het helpt om een bewuste keuze te maken.  

Tip 4: Varieer met werkvormen op basis van de kennis die studenten vinden. Denk daarbij aan een infographic, een checklist, video’s, blogs, vlogs, tekeningen, een debat en stellingen. Je zou studenten zelf een infographic kunnen laten maken van de informatie die ze kunnen vinden op de Kennispleinen. Laat eerst de infographic zien van bijvoorbeeld technologie voor mensen met dementie die thuis wonen en laat ze daarna een andere doelgroep kiezen en een infographic maken die ook rekening houdt met verschillende ziektestadia of leeftijden.  

Tip 5: Laat studenten zelf zoeken op de Kennispleinen zodat ze vaardigheden zelf kunnen toepassen. Geef de studenten een zoekopdracht waarbij ze zelf informatie moeten opzoeken en die informatie moeten beoordelen. Wat kunnen ze met de informatie? Sluit dit aan op hun praktijkvraagstuk? Het is belangrijk dat studenten verschillende soorten bronnen kennen, een zoekstrategie kunnen toepassen en kunnen reflecteren op de informatie. Ze kunnen hiervoor de zoekfunctie gebruiken om de informatie snel te vinden. Laat ze niet op één woord zoeken, maar juist op meerdere woorden om specifieker te zoeken.  

Tip 6: Laat studenten niet te lang zoeken naar informatie, dit voorkomt dat het brein belast wordt met niet-concept gerelateerde vragen. Geef dit voor de opdracht duidelijk aan en biedt een plek waar studenten op terug kunnen vallen als ze de draad kwijt zijn, bijvoorbeeld een informatiepagina of een digitale hulplijn zoals (e-mail of Teams).  

Tip 7: Geef bijvoorbeeld als voorbereiding op de les de opdracht om naar een filmpje te kijken. In de thema’s vind je onder Scholing (zie menu per thema) diverse video’s. Iedereen krijgt daar vervolgens een vraag over en moet het antwoord delen in de groep. Je ziet dan de verschillende manieren waarop iemand leert; de een maakt een samenvatting en de ander schrijft exact op wat er in het filmpje is gezegd.  

Tip 8: Informeer studenten over de Vilans-protocollen. De protocollen bieden één norm voor maar liefst 500 voorbehouden en ze zijn gebaseerd op landelijke ervaringen richtlijnen. Ze kunnen dus heel waardevol zijn in de praktijk. Laat studenten daarom uitzoeken of hun school of de organisatie waar ze stage lopen die protocollen volgen.  

Tip 9: Schrijf je in voor de nieuwsbrieven van de belangrijkste Kennispleinen en adviseer studenten dit ook te doen:  

Tip 10: Volg de Kennispleinen via sociale media en deel de informatie die jij belangrijk vindt direct met je collega’s.

Deze tips zijn tot stand gekomen met behulp van focusgroepen en een-op-eengesprekken met docenten.

Downloads