Tips voor schoonmaken en desinfecteren
Laatst bijgewerkt op: 23-05-2024
Infectiepreventie gaat niet alleen over goede persoonlijke hygiëne, handen wassen en gebruik van handschoenen. Ook goede schoonmaak van ruimtes en materialen is belangrijk. Hier zijn de regels bij cliënten thuis of in een instelling wat strenger dan bij jou thuis.
In je eigen thuissituatie zul je niet zo snel ziek worden van de bacteriën die daar aanwezig zijn. Het zijn je eigen bacteriën en bovendien hebben gezonde mensen een goede afweer. Voor cliënten is dat anders. Ze zijn kwetsbaar. Ze hebben een minder goed functionerend immuunsysteem en zijn daardoor vatbaarder. Bovendien brengen andere cliënten of zorgverleners allerlei ziektekiemen mee. Maak ruimtes en materialen dus schoon volgens de regels.
Huishoudelijk reinigen
Over het algemeen is huishoudelijk reinigen voldoende: stof afnemen, stof wissen, stofzuigen en nat reinigen. Houd je daarbij aan de volgende regels:
- Hanteer een goede werkvolgorde: van schoon naar vuil en van hoog naar laag. Eerst stof afnemen, vervolgens de vloer stofwissen of zuigen, dan nat reinigen.
- Gebruik liever geen stofdoek, maar een stofbindende of vochtige (wegwerp)doek. Een stofdoek verspreidt stof en ziektekiemen.
- Gebruik bij gladde vloeren bij voorkeur een stofwisapparaat en een stofbindende wegwerpdoek. Het nadeel van stofzuigen is dat stofdeeltjes in de lucht gaan dwarrelen.
- Gebruik altijd schone schoonmaakmaterialen en gebruik minimaal voor elke ruimte een nieuw schoonmaakdoekje. Bij overgang van vuil naar een schoner oppervlak moet je ook de doek of het vlak van de doek wisselen. Daarom moet je de vouwmethode van de doek goed hanteren.
- Gebruik bij voorkeur microvezeldoeken. Als je ze goed gebruikt nemen deze doeken veel vuil op. Gebruik liever geen sponzen. Die zijn niet goed te drogen en zijn daardoor een voedingsbodem voor micro-organismen.
- Spoel na gebruik alle materialen zoals emmers en borstels goed met heet water uit en droog ze goed. Was schoonmaakdoeken en dweilen op minimaal 60°C.
- Desinfecteer na het schoonmaken en ook tussendoor je handen. Bijvoorbeeld als je handschoenen hebt uitgedaan na het reinigen van het toilet. Draag disposable handschoenen bij het reinigen van mogelijk met lichaamsvochten besmette materialen.
Desinfecteren
Desinfectie van materialen, apparaten en verpleegartikelen is alleen noodzakelijk als er zichtbaar bloed of andere lichaamsvochten op aanwezig zijn. Anders kun je volstaan met alleen reinigen.
Bij desinfectie ga je als volgt te werk:
- Gebruik een desinfectans dat goedgekeurd is voor de toepassing.
- Maak eerst het oppervlak of het materiaal goed schoon met een schoonmaakmiddel. Als je dat niet doet werkt het desinfectans niet goed. Hoe schoner het oppervlak, hoe beter het desinfectans werkt. Doe gebruikte doeken in de was en gooi disposable doeken weg.
- Ga nu het oppervlak desinfecteren. Houd hierbij de inwerktijd en de concentratie aan die in de gebruiksaanwijzing staat.