Zo voorkom je onvrijwillige zorg in de thuissituatie
Gepubliceerd op: 01-12-2022
Hoe pas je de Wet zorg en dwang (Wzd) toe in de thuissituatie? Een aantal organisaties ging daarmee aan de slag in een praktijktuin. Een van de conclusies? De Wzd helpt je om onvrijwillige zorg te herkennen. Door een goede omgang met de cliënt en door in gesprek te blijven kun je onvrijwillige zorg meestal voorkomen.
Krijg duidelijk wat onder onvrijwillige zorg valt
‘We hebben interactieve Wzd presentaties en een e-learning ingezet om mensen voor te lichten over de Wzd’, vertelt Iris Neijman, gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie van Zorgspectrum. ‘We zitten nu in de fase waarin we ons vooral richten op het herkennen van onvrijwillige zorg. Het is belangrijk dat professionals weten wat er allemaal onder valt. Bijvoorbeeld de deur op slot. Of de koelkast leeghalen om alles weg te gooien wat over de datum is, zonder dat de cliënt dat weet.’ Bijvoorbeeld medicatie achter slot en grendel
Corine, wijkverpleegkundige van Evean weet nu beter wat er allemaal onder onvrijwillige zorg valt. ‘Bij ons komt medicatie achter slot en grendel verreweg het meeste voor. Maar het kan ook iets zijn als kleding klaarleggen voor een cliënt in je avonddienst waarbij jij de kleding voor de cliënt uitkiest, zonder overleg.’
‘We zijn veel vanzelfsprekend gaan vinden‘
Ook Lisette Dickhoff, ketenregisseur van Hulp bij Dementie ziet meer kennis ontstaan over wat er allemaal onder vrijwillige zorg valt. Dit is sinds zij deelnemen aan de praktijktuin Carinova. Lisette: ‘Bepaalde handelingen zijn we vanuit de neiging om goed te zorgen vanzelfsprekend gaan vinden. Bijvoorbeeld handelingen die er toch voor zorgen dat mensen hun medicatie binnenkrijgen. Dan zet je in op verleiding of zachte drang.
Over de praktijktuinen
Hoe pas je de Wet zorg en dwang (Wzd) toe in de thuissituatie? Om daar zicht op te krijgen is ActiZ in 2021 gestart met praktijktuinen waar 6 zorgorganisaties aan deelnemen. Zij brengen vraagstukken, oplossingen en problemen in kaart.
Lisette: ‘Die interventies zetten we nog steeds in, maar we gaan nu veel vaker met cliënten en naasten het gesprek aan. Er is steeds meer inzicht dat mensen met dementie over heel veel dingen nog iets kunnen vinden.’
Voorkomen van onvrijwillige zorg
Advocaat van de cliënt
Idris Brouwer, huisarts van praktijktuin Evean benadrukt hoe belangrijk het is om onvrijwillige zorg te herkennen. ‘Je hebt toch te maken met een kwetsbare groep. Mensen beseffen niet altijd dat er onvrijwillige zorg wordt toegepast. Daardoor vertonen ze ook vaak geen verzet. Maar dat betekent nog niet dat ze er dan akkoord mee zijn. Mij helpt het dan ook om regelmatig de “advocaat van de cliënt” te spelen.’
Zoeken naar alternatieven
De deelnemende organisaties merken dat zij het Stappenplan Wzd vaak helemaal niet hoeven toe te passen. Dit omdat je meestal onvrijwillige zorg kunt voorkomen. ‘Zo maken wij vaak gebruik van de Alternatievenbundel’, vertelt wijkverpleegkundige Marleen van Opella. ‘Tot nu toe vinden we daar steeds weer een oplossing, waardoor we onvrijwillige zorg niet hoeven in te zetten.’
‘We zien verder dat wijkverpleegkundigen veel bellen met anderen om tot een vrijwillige oplossing te komen’, vult beleidsadviseur Els van der Meer van Opella aan. Denk hierbij aan de praktijkondersteuner, de casemanager of een naaste. Tot nu toe lukt dat altijd.’
Goed de tijd nemen
Soms kan verzet ook voortkomen uit de verkeerde omgang met iemand met dementie. Marleen: ‘Iemand wil bijvoorbeeld niet onder de douche. Maar soms kan verzet ook komen door verwarring over wat er gaande is. Of dat een wijkverpleegkundige erg gefocust is op het snel afronden van een zorgtaak. Het gaat dan niet om het douchen zelf.’
Marleen: ‘Het kan dan helpen om even goed de tijd te nemen. Bijvoorbeeld door te blijven praten ter geruststelling en de handdoeken alvast klaarleggen. Daar kun je heel veel weerstand mee wegnemen.’
Neem meer tijd voor processen
Ook Iris herkent dit: ‘Je kunt al heel veel weerstand wegnemen als je meer tijd voor processen neemt. Bijvoorbeeld iemand bewegen tot douchen. Dit is een proces waar je 6 tot 8 weken over kunt doen. Gewoon samen zoeken naar wat prettig werkt voor de cliënt. En dan vragen: “Wat wilt u dan wel? Wat zal ik dan voor u doen?” Zo kun je ook echt dat stukje vertrouwen opbouwen.‘
Wacht op het juiste moment
Marleen: ‘Ik had een mevrouw die een herseninfarct had gehad. Ik merkte dat ze veel moeite had met gewone dagelijkse dingen. Maar er was bij haar best wel wat weerstand om naar de geheugenpoli te gaan voor een diagnose. Ik bleef goed naar haar luisteren en zocht samen met haar naar een weg. Op een gegeven moment zag ze zelf ook wel dat het gewoon niet ging. Toen was ze er wel akkoord mee om samen daar naartoe te gaan.’
Overleg meer met de cliënt
Voor het leeghalen van de koelkast vond Zorgspectrum een goede oplossing. Iris: ‘Dit hebben we opgelost door samen met de cliënt boodschappen te doen. Op de etenswaren plakten we witte stickers met de datum erop. Die kon de cliënt namelijk wel goed lezen. Ook zorgen we voor een minder volle koelkast. Want het is nog vaak: “We stoppen die koelkast vol, zodat er voldoende eten is.” Maar deze cliënt had behoefte aan meer overzicht.’
Maak gebruik van een medicijndispenser
Voor medicijnen kun je vaak goed gebruik maken van een medicijndispenser’, vertelt wijkverpleegkundige Veronique van Evean: ‘Hierbij kun je wel de functie voor eerdere uitgifte van medicijnen blokkeren. Dat is natuurlijk wel een vorm van onvrijwillige zorg. Maar wij overleggen dit soort dingen dan altijd met de cliënt of de naasten erbij, zodat het toch een vrijwillige oplossing wordt.’
Cultuuromslag
Toch gaat goede zorg verder dan het voorkomen van onvrijwillige zorg alleen. Of het juist toepassen van onvrijwillige zorg. Het gaat ook om de cliënt te benaderen als mens totaal. Bij Opella merken ze dat dit om een cultuuromslag vraagt. Els: ‘Vaak wordt de hulp van de wijkverpleegkundige ingeroepen voor bijvoorbeeld het wassen en aankleden. Als zorg zijn we heel erg geneigd om in te gaan op die taken, maar daardoor vergeten we nog weleens wat er allemaal omheen speelt. De kunst is echt om de cliënt eerst goed te leren kennen. En de juiste vragen te stellen. "Waar wordt u blij en vrolijk van?" Dan heb je een heel ander en veel completer gesprek.’