Naar hoofdinhoud Naar footer

Technologie helpt bij vervullen seksuele behoefte in verpleeghuis

Gepubliceerd op: 21-09-2021

Het onderwerp seksualiteit in het verpleeghuis zorgt altijd nog voor ongemak. ‘Maar het is de lakmoesproef van persoonsgerichte zorg’ betoogt Noëlle Sant, expert seksualiteit en intimiteit op Zorg voor Beter. ‘Als jij met bewoners intimiteit en seksualiteit in kaart brengt, lever jij persoonsgerichte zorg. Alleen al het feit dat je nadenkt over behoeftes van bewoners, verandert je blikveld en gaat helpen bij het leveren van goede zorg.’

Nog altijd wordt seksualiteit geassocieerd met jong zijn, terwijl ouderen juist worden weggezet als aseksueel. Ten onrechte, stelt Sant. ‘Natuurlijk verandert de seksuele levensloop, maar de behoefte aan aanraking en intimiteit blijft tot op hoge leeftijd’, aldus Sant. ‘Het is een heel basaal iets, dat hoort bij het leven. In coronatijd hebben we ouderen zien verpieteren en vereenzamen, omdat ze zo lang geen knuffel hebben gehad.’ 

Belemmeringen

De behoefte aan intimiteit en seksualiteit mag dan niet verdwijnen, binnen een verpleeghuis zijn er allerlei belemmeringen. Zoals de privacy van bewoners. Deuren staan vanuit veiligheidsoogpunt geregeld open en zorgprofessionals kunnen te allen tijde binnen komen. Ook rukken sensoren en camera’s steeds verder op. Daar bovenop komen nog eens problemen als fysieke beperkingen, katheters, incontinentieluiers, eenpersoonsbedden en medicijngebruik. Om maar niet te spreken van het ontbreken van een duidelijk instellingsbeleid in combinatie met onwetendheid en negatieve opvattingen onder zorgverleners en familieleden.

Gespreksvaardigheden

‘Het ontbreekt zorgverleners vaak aan gespreksvaardigheden’, weet Sant. ‘Hoe begin je over zo’n onderwerp, wat zeg je dan en wanneer? Onderzoek leert dat bewoners het fijn vinden als zorgverleners de eerste aanzet geven. Maar medewerkers vinden het vaak te privé en beginnen er daarom niet over. Maar wie anders? Bewoners kunnen het niet zelf, van de familie hoef je het niet te verwachten.’

Grensoverschrijdend gedrag

Als seksualiteit bij ouderen al aandacht krijgt, dan wordt het al snel geproblematiseerd. Driekwart van de zorgprofessionals krijgt werkenderwijs te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag; de helft praat hier zelden of nooit over. Ook hier is openheid en dialoog wat Sant betreft geboden. 'Als iemand een erectie krijgt bij het wassen, kun je zeggen: dat gebeurt een keer’, verduidelijkt Sant. ‘Maar als het vaker gebeurt, zou je moeten uitvogelen of die meneer behoefte heeft aan iets meer of iets anders. Een pornoboekje of porno-dvd kan helpen, want dat haalt net de druk van de ketel. De angst is dat daarmee het hek van de dam is en dat bewoners vaker seksuele wensen naar zorgverleners gaan uiten, maar dat is meestal niet het geval. Het is juist die aandacht, die ontlading, die zorgt voor opluchting of tevredenheid.’ De wetenschap dat ontremd of grensoverschrijdend gedrag kan worden gekanaliseerd, zou zorgaanbieders moeten stimuleren tot frequentere inzet van hulpmiddelen, vindt Sant. Zeker aan de technologische kant, ziet ze de laatste tijd een sterke groei.

Belevingsgerichte ondersteuning

Een voorbeeld van deze trend is de digitale ‘Sensualiteit Interventie’, die zorgondersteuner Qwiek ontwikkelde. Dat is een audiovisuele projector voor ouderen in zorghuizen. Daarmee kunnen bewoners ongeacht hun beperking een eigen beeldavontuur beleven.

Na de eerste module met natuurbeelden is het aanbod uitgebreid; van boswandelingen, fietstochten en huisdieren tot de Keukenhof, de Nachtwacht en André Rieu. Nu is er dus ook een sensualiteitsmodule. Bij de ontwikkeling waren onder meer een psycholoog en seksuoloog betrokken. In het pakket zitten modules met erotische content, een handboek en instructie voor zorgspecialist, zorgverleners en familie om deze interventie waardig en gericht in te zetten.

Andere technologische hulpmiddelen

Ook op andere manieren is technologie bruikbaar om aan de behoefte aan intimiteit en seksualiteit van ouderen tegemoet te komen. Al deze interventies moeten gezien worden als aanvullend, en kunnen natuurlijk nooit het echte contact vervangen, maar kunnen wel helpen in de ondersteuning. Denk eens aan een robotkat of -hond of andere elektronische dieren. Het aaien van een dergelijk dier kan een heel rustgevend effect hebben. 
Er zijn ook wel middelen ter beschikking die een handdruk van iemand kunnen nabootsen zoals de Frebble.

Dat veel van deze initiatieven juist in coronatijd zeer bruikbaar bleken, mag geen verrassing zijn. Het ondersteunen van de zorg op deze manier is ook buiten coronatijd zinvol.