Fundamentele kwetsbaarheid als uitgangspunt bij aandacht voor levensvragen
Gepubliceerd op: 29-05-2017
Professor Harry Kunneman zet vraagtekens bij een benadering zoals die van Stichting Maat. Volgens Kunneman moeten wij het denken over economische baat in termen van producten, diensten en materiële opbrengst verlaten.
Wat zorgorganisaties te doen staat is niet zozeer het systeem van geplande kwaliteitsverbeteringen verbeteren, maar zichzelf belangrijke vragen stellen over hoe ze omgaan met de fundamentele kwetsbaarheid van het leven. Zowel richting cliënten als medewerkers. Hoe ga je als leidinggevende bijvoorbeeld om met de bejegening van cliënten: vanuit betrokkenheid en inspiratie of vanuit een zekere onverschilligheid of gevoel van macht?
We maken volgens Kunneman een fout door het begrip ‘autonomie’ zo centraal te stellen in de samenleving, en dus ook in de zorg. ‘Mensen zijn niet autonoom maar juist fundamenteel kwetsbaar’, zowel fysiek (ziekte en dood) als emotioneel (emotioneel en sociaal van anderen afhankelijk, dus ‘te raken’).
In die kwetsbaarheid schuilt de opgave waar we voor staan: ontkennen we die door telkens uit te gaan van autonomie en daarnaar te streven, of aanvaarden we die? Wanneer we dat laatste doen, komt er een ander perspectief op samenleven en zorg. Vanuit onze fundamentele kwetsbaarheid kunnen we onszelf dan morele vragen stellen over wie we zijn in de relaties die we onderhouden, zowel privé als professioneel. Zijn we daarin moedig, rechtvaardig, eerlijk? Hiermee komen we op een andere definiëring van economische waarde: ‘geen economie van producten maar economie van de gift: de gift van aandacht, diepgang, moed, eerlijkheid en toewijding’.
Ondersteuning bij levensvragen is dan te zien als een hele duidelijke invulling daarvan en in die zin van grote economische waarde. En in tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt is dit geen 'softe' benadering van economisch nut maar juist het tegenovergestelde. Meten, afbakenen, indelen: allemaal manieren om te verdringen dat het leven niet voorspelbaar en controleerbaar is en dat mensen geen autonome wezens zijn.