Afschaffing 5-minutenregistratie: De meerwaarde volgens Amaris Zorggroep
Gepubliceerd op: 24-04-2022
Amaris Zorggroep begon twee jaar geleden met de afschaffing van de 5-minutentregistratie. Inmiddels werken zij met’ zorgplan = planning = realisatie, tenzij’. Alleen maken de wijkverpleegkundigen daarbij geen gebruik van de tenzij-uitzondering. Dit omdat Amaris de declaratie nu organiseert vanuit de inhoud. In het kort betekent de aanpak van Amaris Zorggroep dat het wijkteam zelf niet meer registreert. De zorgorganisatie plant de zorg en daarmee de diensten van tevoren in. Dit gaat op basis van goede inschattingen.
De zorgorganisatie werkt met standaarden voor verschillende doelgroepen en op basis van kennis uit het verleden hoeveel tijd zorg gemiddeld kost. Dit geldt ook voor onplanbare zorg zoals alarmeringen. Is er toch een uitzondering? Dan informeert de wijkverpleegkundige de cliëntadministratie die de zorghandeling alsnog apart declareert. Dit laatste is overigens meer uitzondering dan regel.
Meer informatie over de aanpak zelf?
- Bekijk dan eerst: ‘Afschaffing 5-minutenregistratie: Zo pakte Amaris Zorggroep dat slim aan’
- Lees ook de gevolgen van de aanpak voor roosters
Meer ruimte voor de inhoud van het werk
'Voorheen moest ik alles wat ik deed registreren’, vertelt wijkverpleegkundige Greetje Groenwold. ‘Ieder telefoontje voor een cliënt apart. Aan het einde van mijn dienst, dacht ik vaak: “Wat heb ik nou allemaal precies gedaan vandaag?” Daar alleen al goed over nadenken, kostte me soms al een kwartier. Het is heel fijn en ook wel even wennen als je dat gewoon los kunt laten. Het geeft vrijheid en ruimte, waardoor je je meer op de inhoud van het werk kan richten. Daar hebben cliënten ook voordeel van.'
Meer voldoening
‘We hebben de processen anders ingeregeld’, vertelt controller Karin Schipper. ‘Er wordt nog steeds gedeclareerd, er wordt nog steeds zorg verantwoord. Grote verschil is alleen nu dat de zorgmedewerkers vooral verantwoordelijk zijn voor de zorginhoud en niet over hoeveel minuten er zijn geregistreerd. Van medewerkers krijgen we de feedback dat ze nu meer kwalitatief aanwezig kunnen zijn voor de cliënt. Belangrijk, want er is krapte op de arbeidsmarkt. Je zoekt als organisatie toch manieren om ervoor te zorgen dat zorgmedewerkers met meer voldoening hun werk kunnen doen.’
‘We kunnen ruimere contracten aanbieden’
‘Met deze aanpak hebben we onze medewerkers een stukje duidelijkheid kunnen bieden’, vertelt manager Marie-Louise Hoogeveen. ‘De verloning is niet meer gekoppeld aan wat je registreert, maar aan ingeplande diensten. Het aantal benodigde fte weten we nu op basis van ingeplande zorg. Hierdoor hebben we van tevoren meer duidelijkheid en dat betekent dat we medewerkers contracten kunnen aanbieden met meer uren. Belangrijk, want van een werkweek van zestien uur kunnen zorgmedewerkers niet goed rondkomen. Daarnaast hebben we de roostering nu anders kunnen regelen. Een dienst is nu ook echt op de eindtijd afgelopen.’
Meer gedeelde verantwoordelijkheid voor zorgplan en indicatie
‘Op het moment dat je afwijkt van de standaard, is goede communicatie met het team wel belangrijk’, vertelt wijkverpleegkundige Marieke Hup. ‘Die zijn daardoor meer betrokken, kijken nu veel meer met de wijkverpleegkundige mee. Klopt het zorgplan nog, doen we het goede bij de cliënt, of moet dat toch nog iets bijgesteld worden? Hierdoor ontstaat meer inzicht in het werk van de wijkverpleegkundige. Daarnaast voelt het team zich zo meer verantwoordelijk voor het zorgplan en de indicatie. De zorgplannen zijn nu altijd actueel.’
‘Meer tijd voor kwaliteitsbevorderend werk’
Marie-Louise: ‘Tot slot hebben we gekeken naar welke regeltaken medewerkers nog meer hebben in het team. Het gaat hierbij om taken waarmee je de kwaliteit van het werk bevordert, naast het zorginhoudelijk werk. Voorheen kwam dat er extra bovenop. Nu faciliteren we medewerkers hierin door ook dit goed mee te nemen in de uren. Je ziet dat dit soort taken nu ook vaker worden opgepakt.’