Handige woorden om te kennen
Laatst bijgewerkt op: 11-09-2024
Persoonsgerichte zorg, cultuursensitieve zorg en dan is er ook nog diversiteit en inclusie. Het zijn allemaal woorden met een eigen betekenis. Op deze pagina leggen we het uit, zodat je de verschillen begrijpt en snapt hoe ze ook met elkaar te maken hebben.
Persoonsgerichte zorg
Persoonsgerichte zorg is zorg die is afgestemd op iemands persoonlijke behoeften, wensen en voorkeuren. Mensen hebben allemaal een eigen geschiedenis en zijn op een bepaalde manier opgegroeid. Dat noemen we ook wel de achtergrond van mensen. Om goed met verschillende achtergronden om te kunnen gaan, is persoonsgerichte zorg nodig. Bij persoonsgerichte zorg kijk je naar wat een persoon wil en nodig heeft. Dit verschilt per persoon. Je benadert de persoon niet als patiënt of cliënt, maar als mens.
Voor goede persoonsgerichte zorg is aandacht voor de verschillen tussen mensen nodig. Verschillen tussen mensen noemen we ook wel diversiteit.
Cultuursensitieve zorg
Cultuursensitieve zorg vraagt van je dat je goed omgaat met culturele verschillen. Dit vraagt om inzicht in de regels waar jezelf mee bent opgegroeid. Deze regels noemen we ook wel normen. Daarnaast vraagt het om inzicht in welke ideeën je hebt mee gekregen als belangrijk. Deze ideeën noemen we ook wel waarden. Normen en waarden zijn niet voor iedereen hetzelfde.
Bij cultuursensitieve zorg heb je daar een open houding in en heb je daar dus geen oordeel over. Je beschikt over de juiste kennis en bent handig in de omgang met mensen met verschillende culturele achtergronden.
Bij cultuursensitieve zorg sluit het zorgaanbod verder aan op wat mensen met verschillende culturele achtergronden nodig hebben. Bijvoorbeeld wanneer er in een verpleeghuis aandacht is voor feestdagen zoals het Suikerfeest.
Waarom is cultuursensitieve zorg nodig?
Een man met een gebroken knie is afhankelijk van thuishulp om gewassen te worden. De man groeide op in een Antilliaans gezin. Iedere dag werd er gedoucht. Zijn ouders groeiden op in een tijd waarin er in de tropen veel infectieziekten waren. Om niet ziek te worden, was hygiëne heel erg belangrijk. De thuishulp is niet op de hoogte van zijn normen als het gaat om verzorging. De thuishulp komt pas om 11:00 uur en maakt zelf een onverzorgde indruk. De man wil het gesprek aangaan, maar voelt zich onbegrepen. Het gaat hem niet alleen om de handeling van het wassen. Het gaat ook om hoe hij benaderd wordt. Welke moeite neem je om ervoor te zorgen dat ik me ook prettig kan voelen?
Cultuurspecifieke zorg
Sommige organisaties kiezen heel bewust voor zorg aan mensen met één bepaalde culturele achtergrond. Dit noemen we cultuurspecifieke zorg. Deze organisaties kiezen ervoor om één bepaalde cultuur centraal te stellen. De cultuur is bijvoorbeeld herkenbaar door het eten, de taal en de inrichting van ruimtes. De medewerkers kennen de behoeften heel goed die voortkomen uit deze cultuur.
Cultuurspecifieke zorg houdt minder rekening met verschillende voorkeuren. Cultuurspecifieke zorg is dus vooral geschikt voor mensen voor wie een bepaalde cultuur heel erg belangrijk is.
Inclusieve zorg
Inclusieve zorg is zorg die goed is afgestemd op mensen. Het gaat hierbij niet alleen om culturele verschillen, maar om alle verschillen. Denk aan:
- achtergrond
- taal
- gewoonten
- karakter
- leeftijdsfase
- hoe mensen zichzelf ervaren
- tot wie mensen zich aangetrokken voelen
- of ze zich vrouw of een man voelen, of iemand tussen man of vrouw in
Het bieden van inclusieve zorg vermindert ongelijkheid. Dit doordat zorg beter aansluit op verschillende behoeftes. Als zorgverlener is het verder nodig om inzicht te hebben in hoe jouw achtergrond, normen en waarden invloed hebben. En hoe dat jouw kijk op kwaliteit van zorg beïnvloedt. Je beseft verder dat dit voor iemand met een andere achtergrond anders kan zijn.
Waarom is inclusieve zorg nodig?
In een verpleeghuis wordt de nachtdienst regelmatig verrast door een meneer die steeds op de grond gaat liggen. De nachtdienst vraagt meneer iedere nacht opnieuw om in bed te gaan liggen. Dit leidt tot woede en frustratie. Door zijn dementie kan meneer zelf niet aangeven waarom hij op de grond wil liggen. Medewerkers zien zijn gedrag als gevaarlijk voor zichzelf en willen vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen. Tot een collega die de taal spreekt met zijn vrouw in gesprek gaat. Zij vertelt dat meneer vroeger schaapsherder is geweest en toen altijd op de grond heeft geslapen. Een medewerker legt een matras op de grond voor meneer. Hiermee is het probleem opgelost.