Naar hoofdinhoud Naar footer

Deel deze pagina via:

Portretreeks Reablement: ‘Werkdruk is er juist omdat we veel overnemen!’

Gepubliceerd op: 04-03-2025

Met reablement werk je aan de eigen regie en zelfredzaamheid van ouderen. Maar hoe ondersteun je cliënten het beste bij het terugwinnen van hun zelfredzaamheid? Hoe wen je er als zorgmedewerker aan om meer ‘met de handen op de rug’ te werken?

In deze portrettenreeks nemen we je mee langs zorgorganisaties die werken vanuit reablement. Vandaag geven we het woord aan een verpleegkundige van de afdeling Wonen met Zorg van Careaz.

Waarom is het volgens jou belangrijk om aan zelfredzaamheid te werken? 

‘Ik heb met eigen ogen gezien dat mensen soms ongelukkiger worden als ze in het verpleeghuis komen wonen. Verzorgenden willen vanuit goede bedoelingen zorg geven. Daardoor nemen ze soms onbewust veel over. Door over te nemen ontneem je mensen uiteindelijk het deelnemen aan de samenleving. Ze komen stil te staan als mens. Het gevolg is dat bewoners minder eigen regie hebben. Je merkt dat het dan soms geestelijk en lichamelijk minder wordt. Bewoners verliezen interesse om iets te ondernemen.’

Door over te nemen ontneem je mensen uiteindelijk het deelnemen aan de samenleving. Ze komen stil te staan als mens.

Wat inspireert jou om zelfredzaamheid te stimuleren?  

‘Ik krijg nog steeds van huis uit mee dat het belangrijk is om dingen zelf te doen. Mijn vader is 74 en mijn moeder 73 en ze werken allebei nog zelfstandig. Ik zie dat wij 75-plussers in de zorg hebben van wie we alles overnemen. Ik houd me vast aan het idee dat mensen kunnen groeien, zelfs als je 92 jaar bent. Als iemand op een gegeven moment het ene kan, dan kan hij het andere misschien ook.’

‘Ik ben pas later in mijn carrière in de zorg gaan werken. Het voordeel is dat ik met een frisse blik kan kijken.’

Wat maak je mee in de praktijk?  

‘Bij een nieuwe bewoner zag ik hoe alles direct werd overgenomen. Ik merkte hoe snel de bewoner daaraan gewend raakte en zich aanpaste aan de zorg. Bijvoorbeeld als er werd gezegd: “Doe je arm maar omhoog, dan was ik je oksel.” Vervolgens deed de bewoner dat. De bewoner kon bij het inhuizen zelf theezetten en zelf de oksels wassen. Na 3 weken kon de bewoner dat niet meer.’

‘Met dit voorbeeld ben ik het gesprek met mijn collega aangegaan. Zij ervaarde werkdruk en volgens haar ging het sneller als ze het overnam. Voor mij is dat een reden om samen te kijken hoe het ondanks de werkdruk toch anders kan. We hebben het juist druk omdat we zoveel overnemen. Ook al kost het in eerste instantie even tijd om het anders te doen.’

Waar begin je?

‘In mijn werk observeer ik veel. Bijvoorbeeld als ik op het appartement van een bewoner binnenkom en deze zegt: “Wat leuk dat je er bent, wil je thee?” Dan ga ik bewust aan tafel zitten. Je ziet dan wat moois gebeuren. De bewoner realiseert zich dan: “O, ik moet thee zetten.” Op zulke momenten ben ik er vooral als mens, niet als zorgverlener. Als zorgverlener moet er vaak iets gebeuren.’

‘Op zo’n moment denk ik ook: “Als ze thee kan zetten, wil ze wellicht ook zelf meer doen bij het douchen.” Over wat ik zie ga ik in gesprek met de bewoner en familie. Dat leidt dan bijvoorbeeld tot: “Moeder heeft een sterke wil om zelf te douchen, maar wij vinden het niet verantwoord. Er zijn risico’s. Hoe willen jullie daarmee omgaan?” Dit bevordert de beweging naar zelfredzaamheid.’

Hoe schat jij in of meer zelfredzaamheid kan?

‘Aan de hand van observaties en het type ZZP van bewoners. Zo woont er bij ons iemand die hulp nodig heeft bij het douchen. Ik vraag dan bijvoorbeeld: “Ik zie dat de handdoeken nog niet klaarliggen, zal ik later even terugkomen?” En tien minuten later ligt alles netjes klaar. En soms moet je bepaalde dingen ook op een verantwoorde manier een beetje loslaten. Denk hierbij aan de kans dat een bewoner een keer zou kunnen vallen.’ 

Wat kom je tegen bij naasten?

‘Door reablement kan een bewoonster zich nu zelf uitkleden. De dochters waren best kritisch, omdat ze vijf jaar lang anders waren gewend. In een gesprek zijn wij begonnen met hoe zij vinden dat het gaat en hoe het eventueel anders zou kunnen. We hebben uitgelegd dat hun moeder het zelf kan en dat ze er actiever van wordt. Eigenlijk zou ik bij iedere deur van een bewoner een deurbel willen ophangen. Dan bellen wij aan en doet de bewoner zelf de deur open.’ 

Eigenlijk zou ik bij iedere deur van een bewoner een deurbel willen ophangen. Dan bellen wij aan en doet de bewoner zelf de deur open.

Hoe pak je zelfredzaamheid met je team op?   

‘Ik merk bij sommige collega’s dat zelfredzaamheid de gedachte oproept: “Het is vast een bezuiniging, we mogen steeds minder.” Daarom benoem ik in gesprekken dat zelfredzaamheid belangrijk is voor de eigenwaarde van de bewoner. Als team het gesprek samen voeren is belangrijk, want ik merk dat het mijn collega’s meer bewust maakt. We vormen zo met elkaar een idee over wat wij onder goede zorg en ondersteuning verstaan. Daarnaast hebben we het ook over kleine handelingen. Zo blijven we stappen maken met elkaar.’

‘Een dame kreeg bij ons bijvoorbeeld thee omdat ze in het koffierondje zat. Terwijl ze ook zelf een kopje thee kon maken. Daar zijn we dan ook in gesprek over geweest met elkaar. Nu doet ze het zelf. Dan lees ik ook graag terug in het zorgplan hoe ze het doet en of het nog steeds goed gaat. Vaak staat er nu in het zorgplan wat er moet gebeuren, maar niet door wie. Je moet vooral beseffen dat mensen kunnen leren. Ook al geven bewoners aan het niet te kunnen. Bijvoorbeeld door een gebroken arm van een tijd geleden. Ik schakel dan de fysio of ergo in om mee te kijken wat wel kan.’

Je moet vooral beseffen dat mensen kunnen leren. Ook al geven bewoners aan het niet te kunnen. Bijvoorbeeld door een gebroken arm van een tijd geleden. Ik schakel dan de fysio of ergo in om mee te kijken wat wel kan.

Hoe zet jij collega’s aan het denken?

‘Door te vragen hoe zij het zouden vinden als alles voor hen werd gedaan. Of door een reflectievraag. Bijvoorbeeld: Stel dat het lukt om elke bewoner netjes om 10 uur aan de koffietafel te hebben. Is dat dan inderdaad je doel of ligt dat doel toch ergens anders?'

Hoe gaan jullie verder?

‘Als team blijven we nadenken over onze ontwikkeling. Waar lopen we tegenaan en waar kan het anders? Bijvoorbeeld bij de was. Nu wordt alle was van de bewoners uitgedeeld en in hun kasten gelegd. Maar waarom eigenlijk? Kan een bewoner het niet zelf of kan een mantelzorger dat niet doen? Per bewoner moeten we blijven nadenken wat er mogelijk is.’

Welke tips heb je voor collega’s?  

  • Richt een werkgroep op. Zo hebben wij met vijf collega’s de werkgroep ‘ouderenzorg van de toekomst’ opgericht om met elkaar in gesprek te zijn over reablement. Over hoe we dit aanpakken en hoe we motiverende gesprekken met bewoners en familie voeren.
  • Ontwikkel een format om gemaakte afspraken met bewoners en naasten vast te leggen. Zie je dat afspraken toch niet worden nagekomen als het gaat om bewoners dingen zelf te laten doen? Dan heb je een hulpmiddel om het gesprek aan te gaan.
  • Luister, observeer en signaleer. Bedenk wat dit betekent voor de dagelijkse handelingen van de bewoner en wat deze nog zelf kan.
  • Evalueer de dingen die je doet. Bedenk of de zorg die je op dat moment levert ook altijd nodig is. Neem alleen zorg over als dat echt nodig is.
  • Wees je bewust van wat zelfredzaamheid bewoners oplevert. Als je alles overneemt, gaan bewoners snel achteruit.

Lees ook de andere verhalen uit deze reeks

Dit interview is het negende verhaal uit de portretreeks Reablement. Lees ook het achtste verhaal uit deze reeks:

Ondanks minder personeel, zien we meer cliënten