Portretreeks Reablement: ‘Ondanks minder personeel, zien we meer cliënten’
Gepubliceerd op: 18-02-2025
Met reablement werk je aan de eigen regie en zelfredzaamheid van ouderen. Maar hoe ondersteun je cliënten het beste bij het terugwinnen van hun zelfredzaamheid? Hoe wen je er als zorgmedewerker aan om meer ‘met de handen op de rug’ te werken? In deze portrettenreeks nemen we je mee langs zorgorganisaties die werken vanuit reablement. Vandaag geven we het woord aan een wijkverpleegkundige van Mijzo.
Waarom is het volgens jou belangrijk om aan zelfredzaamheid te werken?
‘Het voorkomen van afhankelijkheid is de belangrijkste reden. Cliënten gaan dan bijvoorbeeld steeds op ons wachten en zich afvragen hoe laat wij komen. Ik moedig mensen daarom altijd aan om te proberen iets zelf te doen. Het is echt niet zo dat ze het in alle gevallen zelf niet meer kunnen.’
‘Ik zie dat mensen minder angstig worden als ik ze dingen zelf laat proberen. Zo had iemand na een val zorg nodig. In het begin was deze persoon angstig en vroeg ons vaak om hulp en bevestiging. Door weer zelf dingen te proberen, lukte het om na 2 weken zichzelf te helpen. Dat geeft zelfvertrouwen. Dat is wat die eigen regie mensen brengt!’
Wat inspireert jou om zelfredzaamheid te stimuleren?
‘Reablement was voor ons behoorlijk wennen. Maar na een langzame start, gaan we nu als een trein. We zien wat het oplevert. Ondanks minder collega’s, kunnen we toch met elkaar meer cliënten zien. Zo leren we ook meer! We zijn de fysiotherapeut en ergotherapeut meer gaan betrekken en de zorgmomenten zijn korter geworden.’
‘In eerste instantie was ik bang dat de zorg te onpersoonlijk zou worden. Maar nu zie ik juist dat ik minder werk vanuit de automatische piloot. Ik bezoek niet alleen maar die 30 cliënten regelmatig. Ik vind het fijn dat ik op deze manier alerter ben. Ik heb beter door wat er gebeurt. Bovendien hebben we 2-wekelijks een MDO. Ik vond het werk altijd al leuk, maar nu is het nog leerzamer geworden.’
‘Vaak denken collega’s dat het voor cliënten vervelend is om dingen zelf te doen en dat ze er niet meer voor mensen kunnen zijn, maar ik denk dan: “Geef het even tijd.” Het zal even wat langer duren, maar het levert de cliënt heel veel op.’
Vaak denken collega’s dat het voor cliënten vervelend is om dingen zelf te doen en dat ze er niet meer voor mensen kunnen zijn, maar ik denk dan: ‘Geef het even tijd.’ Het zal even wat langer duren, maar het levert de cliënt heel veel op.
Wat maak je mee in de praktijk?
‘Ik kwam thuis bij een echtpaar, omdat mevrouw was gevallen. Ze was geopereerd aan haar heup en mocht die niet belasten. Ook had ze last van haar schouders. Ik ben van mezelf altijd open en dat was het echtpaar daardoor ook. We maakten veel grapjes samen en kletsten veel. Dit zette ik bewust in tijdens zorgmomenten. Het hielp mevrouw om minder gefocust te zijn op wat haar niet lukte. Zo heb ik haar steeds kunnen aanmoedigen om te doen wat ze zelf kan.’
Hoe stimuleer jij de zelfredzaamheid?
‘Ik heb altijd een opbouwschema in mijn hoofd. Door de kleine stapjes merken mensen het nauwelijks op dat ze steeds meer zelf doen. Na 3 weken kon mevrouw alles zelf, met wat hulp van haar man. Ik ben uiteindelijk nog een keer aan het eind van mijn dienst langsgegaan. Ik zag toen een hele trotse vrouw!’
‘Als ik nieuw ben bij iemand, kijk ik altijd even naar hoeveel iemand onnodig aan mij overlaat. Daarna kijk ik wat iemand wel en niet kan.’
‘Ik vraag dus niet aan mensen om in 1 keer alles wat ze kunnen zelf te doen. Ik laat bijvoorbeeld iemand de eerste keer alleen de eigen armen wassen. Ik vermijd dan het gesprek over wat ze nog meer kunnen. De volgende keer vraag ik dan wat meer van ze. Het opbouwschema houd ik voor mezelf. Cliënten doen daardoor steeds meer zelf zonder dat ze het gevoel krijgen dat ik het hun opleg.’
Werkt dit altijd zo?
‘Soms pas ik het opbouwschema in mijn hoofd aan. Zo kwam ik bij een erg gelovige cliënt die in een christelijke gemeenschap woont. Terwijl ik iemand ben met tatoeages en altijd luidruchtig binnenkom. Haar opmerkingen naar mij waren eerst streng en kortaf, zoals: “doe eens zachtjes” of “niet zo hard wrijven”. Ze had haar eigen manier van doen. Ik ben haar een tijdje gaan wassen zoals ze wenste. Totdat ze me begon te vertrouwen en we een leuke interactie kregen. Dat was het goede moment om haar zelf te laten doen wat ze kan.’
‘Als ik nieuw ben bij iemand, kijk ik altijd even naar hoeveel iemand onnodig aan mij overlaat. Daarna kijk ik wat iemand wel en niet kan.’
Hoe pak je dat aan, ‘met de handen op de rug’?
‘Mij helpt de gedachte: “Als je het kunt, dan moet je het ook zelf doen.” Ik blijf daardoor alert. Bijvoorbeeld als ik aan iemand een washandje geef om zichzelf te wassen en diegene het vrij snel weer teruggeeft. Dan zeg ik: “De buik kunt u ook nog zelf doen.” Mensen kunnen dan weleens mopperen. Dan zeggen ze: “Daar kom jij toch voor?” Of: “Vroeger was alles beter.” Ik leg dan altijd uit hoe de zorg is veranderd. Zie ik dat het echt niet lukt? Dan neem ik het over.’
Hoe pak je de focus op zelfredzaamheid met je team op?
‘Als team vinden we het belangrijk om te blijven leren. We hebben een maandelijks overleg met het “hometeam”. Dat bestaat uit Wmo-consulenten, huisartsen, maatschappelijk werkers en wij. Het hometeam biedt ons kennis van nieuwe ideeën en trends van allerlei belangrijke onderwerpen die zelfredzaamheid kunnen ondersteunen. In gesprekken met ergotherapeuten en fysiotherapeuten leer ik wat ze precies doen en waarvoor ik cliënten naar hen kan verwijzen.'
‘Laatst gaf de maatschappelijk werker een presentatie over het gebruik van technologie door cliënten. Ze deelde uitdagingen en tips, zoals het aanvragen van een buddy via de Wmo voor de cliënt. Die ondersteunt de cliënt dan bij het gebruik van technologie.’
In gesprekken met ergotherapeuten en fysiotherapeuten leer ik wat ze precies doen en waarvoor ik cliënten naar hen kan verwijzen.
‘Ik vind het belangrijk om ook zelf te blijven leren. Zo heb ik bijvoorbeeld via een coach geleerd hoe ik beter kan communiceren met mijn collega’s. Ik geef nu meer tegengas en benoem mijn eigen grenzen. En ik heb ook geleerd vragen te stellen, zoals: “Waarom doe jij het zo?” Of: “Waarom kan het niet anders?” Op die manier lukt het om met collega’s meer de diepte in te gaan.’
‘Er zijn ook collega’s die echt in de zorg zijn gaan werken om voor mensen te zorgen. Die leg ik uit: “Je zorgt juist voor mensen door ze het zelf te laten doen omdat je ze zo aanspreekt op hun kracht.” Dit benadrukken we ook bij leerlingen. Zij vinden het soms spannend om uit te lopen door het houden van de handen op de rug. Tegelijkertijd voeren we als team ook gesprekken met de cliënt, want ook die heeft soms tijd nodig om te ervaren wat zelfredzaamheid brengt.’
Welke tips heb je voor collega’s?
- Zorg dat je als team je aan de afspraken houdt. Bijvoorbeeld als we afspreken dat we bij een mevrouw alleen de rug wassen. Uiteindelijk krijgt zij dan eerder haar zelfstandigheid terug en komen er geen scheve gezichten tussen collega’s.
- Ga het gesprek aan met je collega over hoe zij iets aanpakt. Ga bijvoorbeeld eens mee op route met de boodschap: ‘Laat mij eens zien hoe jij het doet.’
Over reablement
Ouderen wonen langer thuis, en willen zich daar zo goed mogelijk zelf kunnen redden. ‘Reablement’ is sinds een paar jaar dan ook een populair onderwerp in de Nederlandse VVT-sector.
Sommige mensen vinden reablement niets nieuws. Ze zien het als een nieuwe naam voor iets dat allang bestaat. Anderen zien in reablement een prachtige moderne ontwikkeling.
Maar iedereen is het erover eens dat reablement hoe dan ook bijdraagt aan persoonsgerichte en levensgerichte zorg. Met reablement werk je aan de autonomie, eigen regie en zelfredzaamheid van ouderen.
Lees ook de andere verhalen uit deze reeks
Dit interview is het achtste verhaal uit de portretreeks Reablement. Lees ook het zevende verhaal uit deze reeks: