Het werkt als je zorgmedewerkers steeds weer verrast
Gepubliceerd op: 02-12-2019
Het belang van hygiënisch werken neemt toe, omdat steeds meer bacteriën resistent worden tegen antibiotica. Daarom is Greet van der Tempel aandachtfunctionaris infectiepreventie in DrieMaasStede. Zij vertelt ons over wat er goed werkt als je dit onderwerp in je eigen organisatie onder de aandacht wilt brengen.
DrieMaasStede is een van de twaalf huizen van ouderenzorgorganisatie Argos Zorggroep. Omdat het belang van infectiepreventie groter is geworden, is Argos Zorggroep daarom sinds vijf jaar nog actiever geworden op het gebied van infectiepreventie. Met een werkgroep hygiëne die uit meerdere functionarissen bestaat, zorgen zij ervoor dat dit onderwerp structureel onder de aandacht wordt gebracht. Ook dragen zij zorg voor een goede samenwerking tussen zorg en facilitaire diensten en dat er bijvoorbeeld advies wordt ingewonnen van bijvoorbeeld een ziekenhuishygiënist wanneer dat nodig is.
Even herinneren
Van der Tempel: ‘We vragen zorgmedewerkers steeds op een leuke manier even een moment van hun tijd. Het werkt namelijk niet om politieagentje te gaan spelen. Zo hebben we nu een grote plastic eend bij de lobby, met strandstoel en zandschepjes. Hier staat een bord bij: “Welkom terug! Klaar voor je werk? Geen lange nagels, nagellak of sieraden?” Zo herinneren we zorgmedewerkers er weer even aan hoe ze hygiënisch moeten werken. Want ze weten het wel, maar vergeten bijvoorbeeld om hun trouwring af te doen als ze op vakantie zijn geweest.’
Posters werken tijdelijk
Herhaling werkt ook goed, evenals het zorgen voor een speels effect. Van der Tempel: ‘We proberen onze zorgmedewerkers steeds weer te verrassen. Zo gaan we de eend straks vervangen door een andere leuke actie. Ook hangen we regelmatig posters over dit onderwerp op. Dit doen we met tussenpozen: we wachten een paar weken voor we wat nieuws ophangen, om te voorkomen dat ze niet meer opvallen.’
‘Kennislunches kosten geen extra tijd’
‘Daarnaast maken we gebruik van tools van de website www.resistentiepreventie.nl. Bijvoorbeeld de e-learning module ‘Infectiepreventie’. Hiermee leer je de basisprincipes van handhygiëne en het voorkomen van infecties. Daar haal ik vragen uit die ik tijdens een kennislunch stel. Vervolgens kan iedereen een rood velletje bij een fout antwoord opsteken en een groen velletje bij een goed antwoord. Zo’n drie keer per jaar komen tijdens de kennislunches onderwerpen als hygiëne of antibioticaresistentie aan bod. De kennislunches werken goed, want de methode is lekker interactief en door het tijdens de lunch te organiseren kost het de zorgmedewerkers geen extra tijd.’
Europa onder je ring
Zo’n quiz kan ook helpen om een duidelijker beeld te krijgen van het probleem, want bacteriën zijn nou eenmaal niet zichtbaar. Van der Tempel: ‘Daarom maken we het heel concreet. In onze quiz hebben we bijvoorbeeld de vraag: hoeveel micro-organismen zitten er onder een ring? Het antwoord is net zoveel als het aantal inwoners in heel Europa. Ook een blauwe fluorescerende lamp kan veel duidelijk maken. Bijvoorbeeld als je zorgmedewerkers hun handen laat wassen met een desinfecterende vloeistof. De ingrediënten hiervan zorgen ervoor dat je met een UV lamp kan laten zien waar de vloeistof niet komt, bijvoorbeeld onder een ring. De kracht van zo’n methode is dat zorgprofessionals het zelf zien en ervaren.’
Foto’s maken op de werkvloer
Van der Tempel maakt ook regelmatig foto’s op de werkvloer. ‘Als ik een laken op de grond zie bijvoorbeeld. Die foto laat ik dan zien tijdens een kennislunch en vraag “Wie herkent dit?”’ Niet om een schuldige aan te wijzen, maar om het bespreekbaar te maken. De toon is: we zijn allemaal mensen en we maken allemaal fouten. Dat nodigt mensen uit om hun ervaringen te delen. Als een zorgmedewerker een collega met een ring ziet, zegt die gewoon; “Hey, je bent je ring vergeten af te doen.”’
Wel streng bij onwil
Er worden ook wel duidelijke grenzen gesteld. Als er onwil is bijvoorbeeld. ‘We hadden een paar jaar terug te maken met een paar mensen die hun trouwring niet af wilden doen. Die heb ik door moeten verwijzen naar de manager Wonen en Zorg. Op zo’n moment merk je hoe belangrijk het is dat alle neuzen dezelfde kant opstaan en dat je steun hebt van het management, anders werkt het gewoon niet.’