Wondverpleegkundige: ‘Behandelen van decubitus doe je samen’
Gepubliceerd op: 22-01-2025
Behandelen van decubitus moet altijd teamwork zijn. Daarvan is wondverpleegkundige Monique van der Kwaak overtuigd. Zij werkt al 35 jaar bij revalidatiecentrum Heliomare: ‘Zet jezelf nooit op een eiland. Betrek collega-professionals met hun deskundigheid bij de behandeling van deze ingrijpende aandoening.’
Decubitus heeft een enorme impact op het leven van een patiënt. ‘Je kwaliteit van leven is aanzienlijk minder goed. Zo’n doorligwond bepaalt namelijk wat je kan of mag’, vertelt de wondverpleegkundige. Zelf is ze net genezen van een longontsteking en vond het vreselijk om twee weken op bed te liggen. ‘Laat staan hoe het is om bijvoorbeeld een doorligwond te hebben door bijvoorbeeld verkeerd zitten. En dat je dan móét liggen. Doe je dat niet en laat je decubitus zijn gang gaan, dan kan je er zelfs aan overlijden.’
Decubitus in het kort
Decubitus is een plaatselijke beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel. Vaak is dat vlak bij een botuitsteeksel, bijvoorbeeld het stuitje of de ellenbogen. Het kan ontstaan door de inwendige druk van het lichaamsgewicht. Maar ook door de druk van buitenaf van (medische) hulpmiddelen op de huid, zoals een katheterslang. Of door schuifkrachten tussen de huid en de onderlaag. Hierdoor kunnen de bloedvaten worden afgeklemd. De vaten kunnen dan geen zuurstof en voeding meer naar de huid en weefsels toebrengen. En ze kunnen afvalstoffen niet afvoeren. Dit zorgt uiteindelijk tot weefselbeschadiging en celdood.
Deskundig team
In revalidatiecentrum Heliomare in Wijk aan Zee maakten verpleegkundigen zich twintig jaar geleden al hard om decubitus samen te behandelen. Dat deden ze uit enthousiasme en uit bezorgdheid, want decubitus was in het verleden een ondergeschoven kindje, volgens Monique. ‘Inmiddels hebben we een vast multidisciplinair team, waarin ieder zijn eigen deskundigheid inbrengt. Naast de revalidatiearts en wondverpleegkundigen zitten er een ergotherapeut, fysiotherapeut en revalidatietechnicus in ons team. De wondverpleegkundige is de spin in het web van het team, want die houdt het overzicht en stuurt de collega’s aan’, legt ze uit. Daarnaast kunnen ook andere therapeuten betrokken worden, vertellen collega-wondverpleegkundige Evelien Knipper en ergotherapeut Sannah Schurer: ‘Dan kijkt de ergotherapeut naar de zit- of lighouding en de diëtist naar de voeding. Ook de fysiotherapeut en psycholoog worden ingevlogen als het nodig is.’ Wie wat doet, komt ook in het behandelplan te staan.
Goed in kaart brengen
Het decubitusteam gaat eerst op zoek naar de oorzaak van de doorligwond. ‘We zijn een soort detectives’, zegt Monique met een knipoog. De zoektocht begint met het gesprek over de klachten en de ziektegeschiedenis. Ook is er een lichamelijk onderzoek. Wondverpleegkundige Evelien: ‘De oorzaak kan heel verschillend zijn. Het kan liggen aan de zitvoorziening, maar het kan ook komen door te weinig goede voeding. Of door te weinig beweging en slecht voor jezelf zorgen als je bijvoorbeeld een depressie hebt.’
Na het onderzoek volgt er een behandelplan. Behandeling kan bestaan uit op bed liggen of het wisselen van de manier van liggen in bed. Of het kiezen voor een andere matras, zitkussen of (rol)stoel. Ergotherapeut Sannah: ‘Ons ZitAdviesTeam helpt ons daarbij.’ Ook is wondbehandeling onderdeel van het behandeltraject, door de wondverpleegkundige of in het ziekenhuis. Monique: ‘Er gaan ook revaliderende patiënten vanuit ons centrum naar het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Daar sluiten ze de doorligwond met een operatie.’
Ook poliklinische behandeling
Op dit moment liggen er zes revaliderende patiënten die ook decubitus hebben op de afdeling, vertelt Monique. ‘Maar soms zijn het er wel meer dan dertig op het totaal van negentig bedden.’ Ook zijn er patiënten voor een poliklinische behandeling: die komen vanuit huis een paar dagdelen per week in Heliomare revalideren. Collega Eveline Knipper: ‘Vaak hebben we revaliderende patiënten die vanwege een aandoening lang in het ziekenhuis verbleven en ook een doorligwond hebben. Soms blijft het een kwetsbare plek en komen patiënten bij ons terug om te revalideren. Ook hebben we veel patiënten met een dwarslaesie. Die hebben schade aan hun ruggenmerg en voelen de doorligplekken niet ontstaan.’
Voorkomen is beter
De drie zorgprofessionals zetten zich ook in voor preventie, maar plaatsen eerst een kanttekening. Monique: ‘Decubitus is niet altijd te voorkomen. Er zijn veel decubituspatiënten met een onderliggende aandoening, zoals hart- of nierproblemen.’ Toch sommen ze allerlei adviezen op die een doorligwond kunnen voorkomen. Wondverpleegkundige Evelien: ‘Het begint met meer kennis. Vooral in het ziekenhuis mag er meer aandacht zijn voor preventie. Bijvoorbeeld door een betere lighouding of een ander matras.’ Ergotherapeut Sannah: ‘Kijk of iemand met een dwarslaesie goed ondersteund wordt in de stoel. Is er een zitkussen en hoe zit het met de schoenen?’ Monique: ‘En heeft iemand een dwarslaesie, dan blijft bewegen heel belangrijk.’
Monique doet tot slot nog een oproep: ‘Als een patiënt naar huis gaat, is de overdracht naar de thuiszorg heel belangrijk. Dat kan nog beter. Blijf niet op je eilandje, maar werk samen met de instelling waar de patiënt vandaan komt.’ Volgens de wondverpleegkundige ligt er ook een rol voor de zorgverzekeraars. ‘Die zetten nog te weinig in op preventie. En ik zou ook graag zien dat het psychisch lijden door decubitus meer aandacht krijgt.’
Tips van Heliomare voor zorgprofessionals, patiënten en mantelzorgers:
- Zet als verpleegkundige je klinische blik aan. Gebruik daarvoor de ‘Risicoscorelijst decubitus’. Lees meer over risicoscorelijsten voor huidletsel.
- Werk samen met andere deskundigen aan de behandeling.
- Eet als patiënt veel eiwitrijke voeding. Dat is goed voor je cellen.
- Weet als mantelzorger dat er veel tips en tricks zijn om je naaste te helpen. Bekijk video's over een goede zithouding en bekijk de website checkjezit.nl.