Richtlijn probleemgedrag bij mensen met dementie

Belangrijkste vormen probleemgedrag

In 2018 verscheen de richtlijn probleemgedrag bij mensen met dementie. Het noemt als meest belangrijke vormen van probleemgedrag: 

• depressief gedrag
• angstig gedrag
• apathisch gedrag
• psychotisch gedrag
• geagiteerd gedrag

In de richtlijn vind je bij elke vorm van probleemgedrag bewijsmateriaal over farmacologische, psychologische en psychosociale interventies. Dit is in de richtlijn samengevat en beoordeeld. 

Belangrijke punten uit deze richtlijn

• Multidisciplinaire en methodische aanpak. Dat houdt in dan je eerst analyseert wat er aan de hand is en daarna handelt.
• Zowel psychosociale en psychologische interventies die beschreven en beoordeeld worden, zoals gebruik van medicijnen.
• Veel aandacht voor het monitoren en evalueren van psychofarmaca en zoeken naar passend gebruik ervan. Bekijk het hoofdstuk over passend gebruik van psychofarmaca voor probleemgedrag bij mensen met dementie.
• Een brede toepasbaarheid. Zowel in het verpleeghuis als in de thuissituatie.
• De nadruk op een persoonsgerichte benadering.

Verenso en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) ontwikkelden de richtlijn in 2008. In 2018 is deze herzien.

Waarom is er gekozen voor het woord probleemgedrag?

De makers van de richtlijn 'Probleemgedrag bij mensen met dementie' hebben bewust gekozen voor het woord ‘probleemgedrag’. Ze hebben niet gekozen voor woorden als ‘onbegrepen gedrag’, ‘moeilijk te begrijpen gedrag’ of ‘moeilijk te hanteren gedrag’. Waarom hebben zij dan hiervoor gekozen? Het woord probleem geeft aan dat we voor een opgave staan. Dit betekent niet dat het probleem in de persoon met dementie gezocht moet worden. Met een methodische aanpak van probleemgedrag zoek je juist naar de onderliggende zaken. Deze kunnen ook in de omgeving liggen.