Praatplaat: Je werkplek als leerplek
Gepubliceerd op: 19-05-2022
De beste manier van leren? Dat is als collega’s tijdens het werk tips, moeilijke situaties en verbeteringen met elkaar delen. Dan sluit het antwoord goed aan op de vraag, op het juiste moment en op de juiste plek. Je leert niet alleen iets, maar het maakt je werk ook interessanter. Het verbetert de samenwerking in je team, omdat je het samen doet.
Misschien lijkt het lastig om tijd te vragen die je in de waan van de dag niet hebt. Maar even stil staan, zorgt dat je verderop slimmer en beter je werk kunt doen. Dat levert weer tijd op. Met deze plaat en gesprekskaartjes over ‘je werkplek als leerplek’ laten we je zien hoe je bepaalde momenten op een dag als leermomenten kunt benutten. Ook geven we tips over de randvoorwaarden voor leren op je werkplek.
Praatplaat ‘Je werkplek als leerplek’
Stel je een gewone dagdienst voor in een verpleeghuis met een aantal momenten waarop je ervoor kunt kiezen om even stil te staan. Dit om te kunnen reflecteren op je werkzaamheden. We hebben 5 momenten op zo’n dag uitgekozen. De momenten zijn hieronder weergegeven op de overzichtsplaat.
Gesprekskaartjes 5 leermomenten
Bij die 5 leermomenten geven we je korte tips die je als zorgprofessional direct toe kan passen.
1. De werkverdeling
Tijdens de werkverdeling bespreek je wat er deze dienst gedaan moet worden. Welke taken zijn dat en wie pakt wat op? Het is een mooi moment om stil te staan bij wat er nodig is om de taken voor die dag uit te voeren. Maar ook om te kijken hoe je daarvan kunt leren en hoe je elkaar kunt ondersteunen.
2. Tijdens de koffie
Met het koffiemoment bedoelen we het moment waarop je een korte pauze houdt. Dit kan op de normale koffietijd zijn, maar ook in de middag of avond. Dit is vooral een moment om echt pauze te nemen. Alsmaar blijven rennen betekent niet dat je meer doet. Zorgen voor jezelf en even aandacht voor elkaar is belangrijk. Benut het moment om bij elkaar na te gaan hoe het gaat.
3. Een multidisciplinair overleg
Tijdens het multidisciplinair overleg ga je in gesprek met anderen. Samen bespreek je de best passende zorg voor een bewoner. Jullie maken afspraken over wie welke zorg en ondersteuning biedt. De afspraken worden vastgelegd in het zorgplan van de bewoner. Het is een moment om te leren, omdat je vanuit verschillende perspectieven leert kijken. Iedereen heeft andere kennis en een andere manier van kijken.
4. Bij het rapporteren
Er zijn meerdere momenten dat je afspraken vast moet leggen. Zo vul je bijvoorbeeld de rapportage in, in het ECD. Of je werkt de afspraken in de zorgkaart bij voor de dagelijkse zorg en cliëntagenda. Bij rapporteren kan het gaan om metingen, dingen die je ziet en mogelijke risico’s die je herkent. Maar ook om een aantekening voor de overdracht. Gebruik deze momenten om na te gaan wat belangrijk en minder belangrijk is. En wat je aan wie wilt vertellen. Beschrijf bijvoorbeeld wanneer het gedrag van een cliënt anders is dan normaal. Of wanneer er sprake is van verzet en wat jullie hiermee hebben gedaan.
5. Bij de overdracht
Bij de overdracht kijkt de ene dienst terug en de andere vooruit. Jullie bespreken de taken en gebeurtenissen van die dag. Zo zorgen jullie voor de voortgang van de zorg. Daarnaast bespreek je wat goed gaat en wat beter kan. Wat je ziet bij bewoners en bij elkaar. Zo krijgt iedereen meer besef over wat er speelt. Ook kun je zo leren van elkaar. Benoem vooral ook wat je wel of niet gaat doen met de inzichten.
Downloads