Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Shockverschijnselen

Laatst bijgewerkt op: 13-10-2024

Een shock is een levensbedreigende toestand. De druk in de bloedvaten is te laag om de vitale lichaamsfuncties in stand te houden. Een shock kan ontstaan door ernstig bloedverlies, door hartfalen, door een bacteriële infectie (sepsis) of door een allergische reactie (anafylactische shock). In alle gevallen is het zo dat er óf te weinig bloed circuleert (bloedverlies, hartfalen) óf de druk te laag is doordat de vaten uitzetten (infectie, allergie).

  • bij alle cliënten met shockverschijnselen tenzij er palliatief beleid is afgesproken. Shockverschijnselen zijn:
    • snelle ademhaling
    • snelle hartslag (kan uitblijven bij gebruik van medicatie met een effect op de hartfrequentie)
    • lage bloeddruk
    • bleke huidskleur (gezicht, vingers, tenen)
    • klamme/zweterige, koele huid
    • angst/onrustig
    • soms misselijkheid
    • bewustzijnsverlies 

Klinische kenmerken anafylactische shock:

  • huiduitslag (medicatie/voedingsmiddelen/insectensteek)
  • zwelling van de huid (insectenbeet/insectensteek)
  • zwelling lippen, mond
  • kortademigheid, piepende ademhaling
  • start met rode warme huid, daarna kenmerken shock 

bij palliatief beleid als de cliënt toenemend onrustig wordt of oncomfortabel is

* De verpleegkundige moet binnen 30 minuten de cliënt zien en de arts binnen enkele uren. 

niet van toepassing

Vragen 

  1. Wat is de bloeddruk, pols, temperatuur en wat zijn de normaalwaarden?
  2. Is de cliënt bij bewustzijn of verward?
  3. Wat is de medische voorgeschiedenis?
  4. Zijn er afspraken over het medisch behandelbeleid?
  5. Hoe is het verloop geweest naar de huidige situatie?
  6. Is de cliënt allergisch?
  7. Heeft de cliënt een infectie?
  8. Welke medicijnen gebruikt de cliënt en zijn er recent wijzigingen geweest?
  9. Is er sprake van alcohol, medicatie of drugsgebruik? 

Advies 

  1. Waarschuw de arts tenzij er beleidsafspraken zijn gemaakt (palliatieve zorg). Spreek meteen met de arts af of de ambulance gebeld moet worden en wie dit doet!
  2. Laat de cliënt bij voorkeur met het hoofd zo laag mogelijk liggen. Zet het voeteneind van het bed omhoog om de bloedvoorziening naar de hersenen te ondersteunen.
  3. Dek de cliënt toe met een deken om warmte bij zich te kunnen houden.
  4. Blijf tegen de cliënt praten om het bewustzijn te stimuleren.
  5. Geef de cliënt nooit te eten of drinken, ook al heeft de cliënt erge dorst.
  6. Leg de cliënt in stabiele zijligging als de cliënt het bewustzijn verliest.
  7. Herhaal controles bij verslechtering.
  8. Blijf bij de cliënt tot hulp aanwezig is: ambulance en/of arts.
  9. Start reanimatie als er geen ademhaling of circulatie is. 

Achtergrondinformatie

Wat is een shock? 

Een shock is een levensbedreigende situatie. Als je in shock bent, is de bloeddruk te laag om het lichaam van voldoende bloed en zuurstof te voorzien. Iedere soort shock is een reactie van het lichaam op een levensbedreigende situatie. Of die levensbedreigende situatie nu bloedverlies of een allergische reactie is, het lichaam probeert dit op te lossen. Tijdens een shock wordt de doorbloeding slechter. Dit merk je allereerst aan de huid, die bleker wordt. Het lichaam gaat ook meer zweten. In een poging om het hart, de longen en de hersenen zo lang mogelijk van bloed te kunnen voorzien trekt het lichaam bloed terug uit: 

  1. huid en slijmvliezen
  2. spieren en onderhuids bindweefsel
  3. spijsvertering, lever en milt
  4. nieren

Pas als er geen andere mogelijkheid meer is, zullen hart, longen en hersenen last krijgen van de shock. Als het zover is, is de overlevingskans erg klein. Hoe sneller er gereageerd wordt op een shocktoestand, hoe beter.