Medicatie in een GDS wijzigen is de verantwoordelijkheid van de apotheker. Het valt niet onder de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de zorgmedewerker. De apotheker wijzigt medicatie in het systeem alleen als er een voorschrift is.
Wijziging brengt altijd een bepaald risico met zich mee. Daarom moeten apotheker en arts afstemmen of de wijziging kan wachten tot de volgende uitgifte van geneesmiddelen in het GDS. Tussentijds wijzigen mag alleen als het niet kan wachten tot de volgende uitgifte. Als zorgmedewerker kun je daar ook op letten en het bespreken met de arts.
Is een wijziging toch direct nodig? Dan is het de vraag hoe die wijziging gebeurt. Er zijn 3 mogelijkheden, die afhangen van de situatie van de cliënt.
Wijziging in de apotheek
Kan de cliënt met de medicatie naar de apotheek gaan? Dan gebeurt de wijziging in de apotheek. Hierbij volgt de apotheker de richtlijn van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP). Bekijk de richtlijn voor geneesmiddelen in een geïndividualiseerde distributievorm (GDV) op de website van de KNMP.
Wijziging op locatie of door de zorgmedewerker
Kan de cliënt niet met de medicatie naar de apotheek komen of verblijft de cliënt in een zorginstelling? Dan is de vraag op welke manier de wijziging kan gebeuren. De apotheker kan de wijziging uitvoeren op locatie bij de cliënt. Maar in de praktijk is dat niet altijd mogelijk.
Toch zijn er situaties waarin wijziging direct nodig is en een apotheker het niet kan doen. In die speciale situaties moet toch de zorgmedewerker de tussentijdse wijziging uitvoeren. Het gaat hierbij alleen om uitzonderingen, want het is een farmaceutische handeling waarvoor zorgmedewerkers formeel niet bevoegd zijn. De apotheker blijft wel altijd de verantwoordelijke.
Er zit een risico aan stoppen en verminderen bij multi-dose (meerdere tabletten per toedienmoment in een zakje). Je moet namelijk herkennen welk tablet je moet verwijderen of verminderen. Dat lijkt simpel, maar een fout kan grote gevolgen hebben.
Samen afspraken maken over de werkwijze
Een andere mogelijkheid is dat apotheek en zorgorganisatie samen de werkwijze beschrijven voor uitzonderingssituaties waarin de zorgmedewerker de medicatie in het GDS wijzigt. Zo zijn er heldere afspraken voor een zo veilig mogelijke werkwijze voor de medewerker en veilige zorg voor de cliënt.
Let wel op dat de uitzondering niet de regel wordt. Denk in de werkwijze aan een extra check en bepaal welke groep medewerkers dit bij uitzondering mag doen. Zorg dat zij ook regelmatig training krijgen hierin. Deze werkwijze kun je combineren met bijvoorbeeld de mogelijkheid om medicatie te checken op de website van de apotheek. Of combineer het met een digitaal hulpmiddel om medicatie te verifiëren.