Onderzoek door huisarts
Gepubliceerd op: 01-01-2002
Het onderzoek van de huisarts begint met een aantal vragen om te zien hoe het geheugen ervoor staat. Een veelgebruikt instrument voor het stellen van de diagnose is de vragenlijst MMSE. MMSE staat voor Mini-mental state examination. Dit is een wereldwijd erkende test die verschillende vaardigheden van de hersenen meet. De MMSE bevat vragen die een indruk geven van het geheugen, de oriëntatie in tijd en ruimte, concentratie, rekenen, taal en visueel inzicht.
Voorbeelden van vragen zijn; spel ‘worst’ achterstevoren of ‘Wilt u dit papiertje pakken met uw rechterhand, het dubbelvouwen en het op uw schoot leggen. Het afnemen van de test duurt ongeveer tien minuten. Vaak wordt de test gecombineerd met andere kleine testjes en een gesprek. Als het nodig is, voert de huisarts een urine- en bloedonderzoek uit. Dit onderzoek kan een andere verklaring voor de klachten uitsluiten, zoals hormoonstoornissen, een vitaminetekort, verkeerd gebruik van medicijnen of een depressie.
De screening kan het beste uitgevoerd worden in een vertrouwde omgeving van de cliënt. In de thuissituatie kan de huisarts of specialist ouderengeneeskunde dit doen. Ook een praktijkondersteuner van de huisarts kan testen afnemen.
Nader onderzoek
Soms heeft de huisarts twijfels of denkt hij dat er uitgebreider onderzoek nodig is. In dat geval kan hij doorverwijzen naar de afdeling neurologie van een ziekenhuis of naar een specialist bij een geheugenpoli. De arts doet neurologisch en neuropsychologisch onderzoek om de diagnose dementie te bevestigen. Eventueel wordt aanvullend onderzoek gedaan met bijvoorbeeld een MRI-scan. Op de geheugenpolikliniek kan de professional gebruik maken van een computertool. Dit betekent bijvoorbeeld dat patiënten vanuit huis het gesprek met de specialist alvast kunnen voorbereiden of vanuit huis geheugentesten kunnen maken om in de gaten te houden hoe het met ze gaat, zonder dat ze daarvoor naar de geheugenpoli hoeven te komen.
Na diagnose
Zodra iemand de diagnose dementie krijgt, is het belangrijk om een goed beeld te krijgen van de zorgbehoefte van de persoon met dementie, de zorgbelasting en de draagkracht van de omgeving (mantelzorgers). De meeste mensen willen zolang mogelijk thuisblijven met behoud van kwaliteit van leven en meedoen in de samenleving. Over het algemeen kan dat ook, met een aanpassing of met ondersteuning.
Het in kaart brengen van de zorgbehoefte van de cliënt en het cliëntsysteem maakt daarom deel uit van de diagnostiek. Het is van belang om een volledig beeld te krijgen van de gehele (zorg)situatie. Ondanks dat dementie het dagelijks functioneren beïnvloedt, is het goed - voor onder andere de eigenwaarde en zelfrespect - om uit te gaan van wat iemand nog wél zelf kan doen. Benadruk dat vooral. Ook dat hoort bij het in kaart brengen van de zorgbehoefte.
Ga naar
Psychiatrienet
- Meer informatie over MMSE (Mini-Mental State Examination): vragenlijst (pdf) en toelichting (pdf)