Waarom vrijheid beperken?
Gepubliceerd op: 07-08-2020
De zorgmedewerker zet vrijheidsbeperkende maatregelen vaak met goede bedoelingen in. Wat zijn veel genoemde redenen? En wat zijn de gevolgen van vrijheidsbeperking?
Redenen om cliënten in hun vrijheid te beperken
De medewerker in de zorg zet vrijheidsbeperkende maatregelen meestal met goede bedoelingen in. De meest gehoorde redenen om een vrijheidsbeperkende maatregel toe te passen zijn:
- Hoog risico op vallen.
Door ouderdom neemt het risico op vallen toe, in de gehandicaptenzorg gaat het ook om vallen tijdens epileptische aanvallen. Maar uit onderzoek blijkt dat:- Het vastbinden van cliënten juist valrisico verhoogt! Door het vastbinden worden spieren minder gebruikt en vermindert de balans, waardoor het valrisico groter wordt.
- Het verminderen van heupgordels niet leidt tot meer valpartijen met ernstig letsel. (Capezuti et al. 20046; CBO 20047). Het risico op ernstig letsel wordt overschat. Het risico bij cliënten die veel vallen (en dus een groot risico lopen te worden vastgebonden) is juist lager dan bij cliënten die weinig vallen.
- Er betere maatregelen zijn om vallen te voorkomen. Zie hiervoor het thema Valpreventie.
- Onrust: weglopen, dwalen en bewegingsdrang.
- Agressie naar zichzelf (automutileren), naar anderen (andere cliënten of medewerkers) en/of de omgeving (materialen, dingen kapot maken).
- Ander probleemgedrag, bijvoorbeeld roepen, overeten, dwangmatig gedrag zoals tikken en bonken, smeren met ontlasting of een verstoord dag- en nachtritme.
Gevolgen van onvrijwillige zorg
Onvrijwillige zorg kan zeer heftig zijn voor de cliënt. Vooral het gebruik van fixerende maatregelen, zoals een onrustband, hebben negatieve gevolgen, zoals:
- Meer onrust, zoals verzet tegen de vrijheidsbeperking
- Meer gedragbeïnvloedende medicatie (psychofarmaca) om deze onrust weg te nemen en dus meer bijwerkingen.
- Achteruitgang mobiliteit en verhoogde kans op vallen
Door de vrijheidsbeperking krijgt de cliënt minder beweging en verliest hierdoor spiermassa en lenigheid. Het valrisico neemt hierdoor toe. - Meer incontinentie
De cliënt kan niet zelf naar het toilet en ook met hulp neemt de toiletgang meer tijd in beslag. - Meer kans op decubitus
Verzitten of verliggen gaat moeilijk door een Zweedse band (of fixatie in één houding). De cliënt ligt dus lang in dezelfde houding, waardoor de kans op doorligwonden toeneemt. - Letsel door het verkeerd gebruik van van de fixatie/Zweedse band
In 2008 vielen zeven doden door ‘ophanging’ in de Zweedse band nadat deze niet strak genoeg was vastgemaakt. - Psychische klachten zoals angst en depressie
Lichamelijke passiviteit leidt tot forse achteruitgang van het denkvermogen, het slaap-waakritme en de stemming van cliënten.