Continentiezorg verlenen
Laatst bijgewerkt op: 29-08-2024
Wist je dat het bij incontinentiemateriaal niet alleen gaat om hoeveel urine er in het verband gaat? Het is ook belangrijk of iemand zelf het verband kan verwisselen. Lees hier meer tips en aandachtspunten voor continentiezorg bij ouderen.
Waar moet je op letten bij continentiezorg?
De zorg voor kwetsbare ouderen met een vorm van incontinentie is lastig. Er zijn namelijk veel mogelijke oorzaken. Denk aan medicijnen, achterliggende ziekten, de omgeving van de cliënt of de vindbaarheid van het toilet.
Zorgverleners hebben bij incontinentie vaak meer aandacht voor andere aandoeningen. Zij zien incontinentie namelijk niet als levensbedreigend. Veel mensen denken dat incontinentie nu eenmaal hoort bij ouder worden. Maar dat is een misverstand. Onnodige incontinentie bij ouderen is zeker te voorkomen, ook al kunnen niet alle cliënten (helemaal) continent blijven.
Ondersteuning bij de toiletgang
Deze 5 interventies helpen om een cliënt weer zoveel mogelijk continent te maken. Beter bewegen speelt daarbij steeds een belangrijke rol. Kies samen met de cliënt een interventie, of een combinatie van de 5. Houd bij je keuze rekening met de diagnose van de cliënt.
Direct naar het toilet als de cliënt daarom vraagt
Zorgprofessionals hebben meestal wel als doel om meteen te reageren als de cliënt naar het toilet moet. Maar door de hoge werkdruk gebeurt dit niet altijd.
Met toiletschema’s werken
Via een toiletschema breng je de cliënt iedere dag op vaste en regelmatige momenten naar het toilet. Dit lijkt veel op de ouderwetse toiletrondes. Het verschil is dat je per cliënt de tijdstippen en de hoeveelheid bezoeken bepaalt. Dit werkt goed voor cliënten die:
- geen aandrang meer voelen;
- geen toiletgewoontes hebben;
- niet meer bewust iets kunnen leren.
Cliënt aanspreken (prompted voiding)
Deze methode is voor cliënten die wel een beetje voelen dat ze een volle blaas hebben, maar daar niets mee doen. Je vraagt de cliënt of hij of zij droog is en naar het toilet wil. Vervolgens help je de cliënt en 'beloon' je de cliënt positief. Laat na het toiletbezoek weten dat je de volgende keer weer vraagt of de cliënt naar het toilet wil. En maak duidelijk dat de cliënt dat ook zelf kan vragen.
Gewoonteschema’s maken
Soms hebben cliënten een eigen regelmaat, terwijl ze dat zelf niet doorhebben. Gebruik deze gewoontes om speciaal voor de cliënt een schema te maken.
De bekkenbodem trainen
Voor sommige mensen helpt het om hun bekkenbodem te trainen. Denk daarbij aan cliënten die hun bekkenbodem verkrampen, omdat ze bang zijn urine te verliezen. Of cliënten met te zwakke bekkenbodemspieren. Een fysiotherapeut of bekkenbodemtherapeut kan hen daarbij ondersteunen.
De weg naar het toilet makkelijker maken
Er zijn verschillende redenen mogelijk waarom iemand niet op tijd op het toilet zit. Dit kunnen verstandelijke beperkingen of lichamelijke beperkingen zijn, maar de omgeving kan ook een rol spelen.
Zo kunnen cliënten vaak niet snel genoeg naar het toilet lopen. Of het kost te veel moeite om hun broek los te knopen of open te ritsen. De route naar het toilet kan ook te lang zijn of te veel obstakels hebben.
Help de cliënt daarom met advies over:
- Obstakels verwijderen: haal bijvoorbeeld kleedjes weg op de route en verplaats meubels die in de weg staan.
- Kleding aanpassen: gebruik kleding die de cliënt makkelijk en snel uit kan doen. Denk aan broeken met klittenband of elastiek en nylonkousen in plaats van panty’s.
Incontinentieletsel
Incontinentie leidt soms tot schade aan de huid. We noemen dit ook wel incontinentieletsel. Dit is een ontsteking aan de oppervlakte van de huid. De symptomen zijn:
- roodheid (purperen kleur)
- oedeem (zwelling)
- vochtige huid
- soms blaren met helder vocht
Bij urine-incontinentie vind je bij de bilnaad vaak schade in de vorm van een spleet met witte, verweekte randen. De randen van urine-incontinentie letsel zijn meestal grillig.
Schade voorkomen en behandelen
Je kunt schade aan de huid door incontinentie niet altijd voorkomen. De wonden genezen helaas vaak slecht. Bovendien zijn ze pijnlijk en vragen ze veel extra zorg. Het is belangrijk dat je onderscheid maakt tussen wonden door incontinentie en andere huidwonden, zoals decubitus (doorligwonden). De behandeling van decubitus en letsel door urine-incontinentie verschilt namelijk.
Er zijn sprays en crèmes die de huid beter reinigen en een beschermend laagje geven. Zo krijgt de huid meer kans om te herstellen.
Modern incontinentiemateriaal van hoge kwaliteit
Het incontinentiemateriaal van nu is veel beter dan vroeger. Met materiaal van hoge kwaliteit is het makkelijker om de cliënt (meer) continent te maken. Het is ook nog eens stukken fijner voor de cliënt zelf. We bespreken hier wat modern incontinentiemateriaal beter maakt.
Absorptievermogen
Het moderne verband neemt urine steeds beter op. Dit zorgt dat ontlasting of urine zo min mogelijk nadelige gevolgen hebben voor de huid.
Pasvorm
Het incontinentieverband zit beter. Ook is het makkelijker om een verband voor elke cliënt aan te passen. Bijvoorbeeld met strips, elastiek of klittenband. Dat zit niet alleen veel prettiger, maar het voorkomt ook lekken.
Gebruiksgemak
Voor cliënten is het nu veel makkelijker om incontinentiemateriaal te gebruiken. Met de nieuwe ontwerpen is het bijvoorbeeld mogelijk dat cliënten hun broek of panty niet meer hoeven uit te trekken.
Ruime keuze
Er is veel meer keuze in incontinentiemateriaal dan vroeger. Lees meer over de mogelijkheden op Hulpmiddelenwijzer.nl.
Hoe ga je om met schaamte bij de cliënt?
Incontinentie kan voor geestelijke en maatschappelijke problemen zorgen bij de cliënt. Het is heftig voor de cliënt om de controle over het lichaam kwijt te raken. Zeker bij incontinentie zorgt dat voor schaamte. Daarom wil de cliënt er vaak niet over praten. Het kan ook dat hij of zij zich terugtrekt en contact met andere mensen uit de weg gaat.
Een manier om hiermee om te gaan is een open gesprek. Praat met de cliënt over zijn of haar ervaringen en de mogelijke oplossingen. Dit kan voor opluchting zorgen bij de cliënt.
Daarnaast zijn er veel taboes rond blaaskatheters. Cliënten zijn bijvoorbeeld bang voor pijn, urine lekken of een onprettige geur. Met goede voorlichting kun je hier iets aan doen. Verenso, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde, maakte bijvoorbeeld een folder met informatie over hoe je een katheter gebruikt. Deze folder gaat uit van de richtlijn Blaaskatheters van Verenso.
Ondersteuning van een continentieverpleegkundige
Kom je ergens niet uit? Vraag dan om ondersteuning van de continentieverpleegkundige. Die kan je helpen met:
- het probleem bespreekbaar maken met de cliënt;
- het overleg met de arts voorbereiden;
- advies over incontinentiemateriaal;
- advies over de stappen die je kunt nemen.
Bron
- Praktijkkaart urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen (pdf), V&VN. Informatie over diagnose, behandelingen en interventie gericht op toiletgang.
- Van Houten, P., en A. Jonkers. Toiletgang bij dementie, 2011
- Mak, S. en R. van der Veen. Verantwoorde continentiezorg: wat jij als verzorgende kunt doen! Vilans, 2010
- LOCOmotion