Naar hoofdinhoud Naar footer

HuidletselRisicofactoren voor huidletsel

Laatst bijgewerkt op: 06-06-2024 

Wanneer is er een verhoogd risico op het ontstaan van huidletsel? En wat kun je doen om huidletsel te voorkomen? Op deze pagina worden per risicofactor preventieve maatregelen beschreven om huidletsel te voorkomen.

  • Stimuleer de cliënt te bewegen en leg uit waarom dit belangrijk is.  
  • Maak een mobiliteitschema in overleg met de cliënt.  
  • Zorg voor passend schoeisel. Let extra op bij mensen met diabetes en of gevoelsstoornissen 
  • Overleg met de arts over het eventueel inschakelen van fysio- en/of ergotherapie.  
  • Zorg voor een gladde onderlaag en zorg ervoor dat er geen plooien, kruimels aanwezig zijn.  
  • Laat zo mogelijk de cliënt ook een paar keer per dag op een stoel zitten.  
  • Gebruik zo nodig een dekenboog of hang dekens over het voeteneinde.  
  • Maak bij houdingsveranderingen gebruik van tillen, papegaai, glijzeil of rolmat. 
  • Gebruik bij veel wrijfkrachten badstofsokken: deze moeten goed passend zijn, niet knellen en geen naden bezitten. 
  • Instrueer cliënt ten aanzien van een goede lighouding: 
    • Houdingsverandering: iedere 3 à 4 uur.
    • Halfzijligging 30 graden.
    • Rugligging semi-Fowler 30 graden.

Wisselhouding  

  • Gebruik een schema voor wisselhouding of een mobilisatieschema.  
  • Wissel iedere 4 uur van houding, maar hou rekening met persoonskenmerken, behandeldoelen en de onderlaag. 
  • Bekijk het schema opnieuw wanneer je ziet dat de kenmerken van het huidletsel veranderen. 

Halfzijligging 30 graden  

In halve zijligging is het drukminder groot dan in 90 graden zijligging. Er is in deze positie meer weefselmassa, zodat druk beter over het weefsel kan worden verdeeld. Deze positie wordt verkregen door middel van (wig)kussens onder het matras of door ondersteuning van de patiënt met hoofdkussens.

Rugligging  

Bij rugligging is de druk het laagst in een semi-Fowlerhouding, waarbij het hoofdeinde en het beengedeelte maximaal 30 graden omhoog zijn gebracht. Het voorkomt onderuitzakken en schuifkracht wordt vermeden. Zet eerst het voeteneinde omhoog en dan pas het hoofdeinde.  

Leg bij bedreigde hielen een kussen onder de onderbenen zodat de hielen vrij liggen. 

Zithouding  

  • De bovenbenen rusten op de zitting en voeten staan plat op de grond of voetensteun of gebruik een gekantelde stoel.  
  • Maximaal 4 uur achtereen op een stoel zitten. Zithouding wordt afgeraden wanneer decubitus aanwezig is op de zitknobbels.
Infographic over houdingen en hulpmiddelen bij decubitus
  • Gebruik een drukverlagend matras. Bekijk op deze pagina de informatie over antidecubitusmatrassen
  • Gebruik een drukverlagend zitkussen in (rol)stoelen. Bekijk op deze pagina de informatie over antidecubituskussens.  
  • Schakel een ergotherapeut of fysiotherapeut in voor advies. 
  • Zorg voor zo weinig mogelijk lagen als linnengoed, positioneringsmateriaal, celstofmatjes, incontinentiemateriaal, kleding en beddengoed. Denk na over een (Australisch) medische schapenvacht, maar gebruik geen synthetische schapenvachten.  
  • Bekijk of een meerlaags schuimverband op botuitsteeksels zoals de zitknobbels nodig is. 
  • Leg de hielen vrij met een (antidecubitus-hiel)kussen of gebruik een hielbeschermer. De knie moet licht gebogen zijn. 
  • Zorg dat er geen druk van (katheter)slangen op de huid ontstaat. Gebruik eventueel schuimverband of hydrocolloïd verband om dit te voorkomen. 

Beoordeel bij iedere cliënt de voedingstoestand en het gewicht.  

  • Stimuleer een goede voeding dat voldoende energie en eiwit bevat: 
    • Driemaal daags een volwaardige maaltijd.
    • 1,5 liter tot 2 liter vocht per 24 uur.
    • Gebruik niet alleen koffie, thee, water en bouillon, maar ook melkproducten en vruchtensappen; deze bevatten meer voedingsstoffen.  
  • Controleer regelmatig de huid en de urineproductie.  
  •  Overleg met de arts over het eventueel inschakelen van een diëtist. Ga naar het thema Eten en drinken voor meer informatie.
  • Inspecteer de huid dagelijks, bij verbandverschoningen en bij het draaien of verplaatsen. Wees extra alert bij mensen met een donkere huidskleur. 
  • Gebruik maximaal één keer per dag zeep of maak gebruik van zeepvrije producten.  
  • Niet te heet en niet te lang douchen of baden.  
  • Plak geen pleisters op de huid.  
  • Gebruik dagelijks schoon ondergoed.  
  • Bij een normale huidconditie: Bedek intacte huid met transparante wondfolie. 
  • Bij droge huid:
    • Maak gebruik van een ongeparfumeerde huidcrème of indifferente zalf. Kloppend aanbrengen, niet masseren.
    • De huidcrème of zalf moet snel in de huid trekken.
  • Bij vochtige huid:
    • Maak gebruik van producten met een indrogend effect zoals zinkoxide.
    • Vervang bij incontinentie, het incontinentiemateriaal regelmatig en bescherm de huid zo nodig met barrièremiddel.
  • Voorkom stoten, krabben, vallen, wrijven en schuiven; zorg voor een veilige omgeving bij een kwetsbare huid. 
  • Bij ondertemperatuur (< 35.5 ºC):
    • Voorzichtig opwarmen, warme dranken drinken en indien mogelijk regelmatig houding veranderen, katoenen sokken aan in bed.  
  • Bij verhoogde temperatuur (> 38ºC): 
    • Bij transpireren: was regelmatig, zorg voor droge onderlaag.
    • Zorg voor extra vocht.
    • Adviseer een zachte wasbare, absorberende onderlegger.  
  • Voorkom overmatig transpireren door:
    • Te zorgen voor een koele omgeving.
    • Het laten dragen van katoenen of ademende kleding en niet te warme kleding.
    • Het drooghouden van de huidplooien door het gebruik van katoenen (niet synthetisch) beddengoed.  
  • Voorkom huid-op-huid-contact door:  
    • Ondersteunende kleding, zoals een katoenen bh.
    • Goed sluitend, niet knellend ondergoed; bijvoorbeeld met pijpjes; geen string.
    • Suspensoir voor mannen (dit is een drager voor de balzak).
    • Katoenen pyjamabroek in plaats van een nachtjapon.
    • Breng één van deze materialen aan: Engels pluksel (ruwe zijde op de huid), scheurlinnen of non-woven gaas.  
  • Vervang dit als ze vochtig worden, in ieder geval minimaal 2x daags. 
  • Gebruik geen:
    • Poeders i.v.m. klontering.
    • Pasta, omdat dit moeilijk te verwijderen is en de huid slecht te observeren is.
    • Zinkzalf, omdat dit de huid afsluit.
    • Föhn vanwege de kans op verbranding en uitdroging. 
  • Overleg met de arts over de inzet van een ergotherapeut wanneer: 
    • De zorgvrager ADL-beperkt is of hulp nodig heeft.
    • De zorgvrager contracturen heeft en daardoor ADL-problemen heeft of als er daardoor meer huidplooien ontstaan.
  • Laat cliënten regelmatig plassen en geef plastraining.  
  • Gebruik ademend incontinentiemateriaal met een groot absorberend vermogen.  
  • Regelmatig verschonen en meerdere keren per dag wassen en drogen.  
  • Dagelijks de risicoplaatsen observeren op incontinentieletsel.
  • Probeer te reactiveren.  
  • Zorg voor voldoende opname van vocht en voeding.  
  • Bied goede incontinentieverzorging
  • Controleer op afkoelen (met name ’s nachts). 
  • Besteed extra aandacht aan alle andere risicofactoren. 
  • Regelmatig houdingsverandering: minimaal eenmaal per 3 uur.  
  • Controleer dagelijks de huidconditie. 
  • Bij gevoelsstoornis: de cliënt uitleggen doordat hij geen waarschuwing (pijn, jeuk et cetera) krijgt er een hoger risico op huidletsel is en dat hij hier extra op moet letten. 
  • Pas eventueel hulpmiddelen als een bed, stoel en aangepast schoeisel aan.

Infographic V&VN: Preventie van decubitus

Druk- en schuifkrachten kunnen schade aan de huid en/of onderliggend weefsel veroorzaken. Pas daarom preventieve maatregelen in de praktijk toe.

Evaluatie van de preventieve maatregelen

Het is belangrijk om de ingezette acties te evalueren. Zo weet je of de acties werken. Bespreek met de cliënt hoe de acties worden ervaren en observeer dagelijks de risicoplaatsen van het huidletsel. Hiervoor kun je het TIME-model gebruiken. Rapporteer het resultaat in het dossier van de cliënt. Pas de acties aan wanneer het huidletsel verandert.

Video

De MeanderGroep maakte een korte, praktische video (2 minuten) over het herkennen en voorkomen van huidletsel, zoals decubitus.

YouTube video thumbnail

Bronnen

Agenda

Er zijn geen agenda-items gevonden