Naar hoofdinhoud Naar footer

HuidletselBehandelen van decubitus categorie 4

Laatst bijgewerkt op: 07-06-2024 

Decubitus categorie herken je aan een volledig beschadigde weefsellaag waarbij je het onderliggend bot, de pezen of spieren ziet. De decubituswond is vaak diep. Dit hangt af van de hoeveelheid vetweefsel op de decubitusplek. Vaak zie je ook ondermijning of ondertunneling. Deze vorm van decubitus kan zich uitbreiden in de spieren, pezen en/of gewrichten. Hierdoor kunnen botontstekingen ontstaan en verlies van pees en/of spier.

Plaatsen met geen tot weinig vetweefsel hebben een oppervlakkige wond. Zoals de neusbrug, de oren, het achterhoofd en de enkels. Op plaatsen met veel vetweefsel kan de wond juist veel dieper zijn. Zoals de billen. 

 Bij decubitus categorie 4 kunnen verschillende kleuren weefsel voorkomen. Wanneer de wondbodem een rode kleur heeft betekent dit dat er nieuw weefsel groeit. Een wondbodem met een gele kleur is wondbeslag of een droge pees. Bot of pees is herkenbaar aan een witte kleur. Dood weefsel en necrose geeft een bruin/zwarte kleur.

Beoogd resultaat

  • Wond heeft zich niet uitgebreid.
  • Omliggende huid is niet verweekt.
  • Wond is gereinigd van overtollig vocht, geel beslag of pus.
  • Aanwezige necrose is verwijderd.
  • Onaangename geur is verdwenen.
  • Decubitus is verdwenen.

Interventies

  • Informeer de cliënt en mantelzorger over de huidige situatie en tekenen van verbetering of verslechtering.  Leg uit wat de cliënt zelf kan doen.
  • Zoek de oorzaak van de decubitus door te kijken naar de plaats van decubitus, het mobiliteitsschema, het voedingspatroon, incontinentie en de ziektegeschiedenis.  
  • Pas bij mogelijke risicofactoren preventieve maatregelen toe of breid deze uit.  
  • Controleer minimaal dagelijks de drukplekken en binnen 8 uur na opname. 
  • Spoel de wond schoon. Bij voorbeeld onder de douche met kraanwater of fysiologisch zout.
  • Bescherm de omliggende huid tegen verweking, bijvoorbeeld met zinkolie. Verwijder zalfresten bij verbandwisseling met een zoete olie. 
  • Laat necrotisch weefsel verwijderen door de behandelaar. Verweek resterende necrose zo nodig met natte gazen afgedekt met paraffinegazen of breng collagenase aan.
  •  Behandel de decubituswond volgens het WCS-model en TIME-model en wondbehandelingsproducten.
  • Dek de decubituswond af:
    • Bij droge wonden met een niet-verklevend verband, hydrogel of hydrocolloïd.
    • Bij natte wonden met absorberende materialen zoals alginaat, hydrofiber en schuimverband.  
  • Bekijk of pijnmedicatie nodig is.

De frequentie van verbandwisselingen is afhankelijk van het wondverband en de mate van vochtverlies uit de wond. Zorg altijd voor het juiste vochtige wondmilieu.

Bronnen

Agenda

Er zijn geen agenda-items gevonden