Behandelen van decubitus categorie 1
Laatst bijgewerkt op: 24-09-2024
Decubitus categorie 1 herken je aan een roodheid op intacte huid die je niet weg kunt drukken. Je vindt het in de buurt van een botuitsteeksel. Dit stuk huid kan warmer of kouder zijn dan de rest van de huid. Soms is het gezwollen of hard. Ook kan de plek pijnlijk zijn. Op deze pagina lees je meer over decubitus categorie 1 en hoe je het behandelt.
Wat is decubitus categorie 1?
Een gezonde huid wordt wit als je erop drukt. Dit komt doordat je de bloedvaten op die plek dichtdrukt. Als je je hand weghaalt, stroomt het bloed weer door de bloedvaten en komt de kleur terug. Bij categorie 1 decubitus gebeurt dit niet. De roodheid blijft. De oorzaak hiervan is een beschadiging van de bloedvaten.
Decubitus categorie 1 herkennen
Bij cliënten met een lichte huidskleur herken je categorie 1 decubitus vaak duidelijk aan de roodheid. Bij een donkere huidskleur is het lastiger te zien. De huid kleurt dan paarsig of blauw. Je kunt het ook vaak voelen aan een warme plek op de huid.
Let bij twijfel op deze kenmerken:
- de huidtemperatuur;
- gevoeligheid van de huid;
- veranderingen in weefselconsistentie;
- verschil in pijn tussen aangetaste en niet-aangetaste huid.
Gewenst resultaat
Je kunt bij decubitus categorie 1 van een succesvolle behandeling spreken als de roodheid:
- zich niet heeft uitgebreid;
- niet is uitgegroeid tot een (open) wond;
- is verdwenen.
Interventies
Maak gebruik van de volgende interventies om decubitus categorie 1 te behandelen:
- Vertel de cliënt en mantelzorger over de situatie en wat er beter of juist slechter gaat. Leg uit wat de cliënt zelf kan doen.
- Zoek de oorzaak van de decubitus. Kijk daarvoor naar de plaats van de decubitus, het mobiliteitsschema, het voedingspatroon, de huidconditie, incontinentie en de ziektegeschiedenis.
- Pas bij risicofactoren maatregelen toe om erger te voorkomen.
- Controleer de drukplekken minimaal eens per dag en binnen 8 uur na opname.
- Gebruik eventueel (barrière)crèmes of folie:
- Bij een normale huidconditie: bedek intacte huid met transparante wondolie.
- Bij een te droge huid: gebruik een crème of lotion zonder parfum die snel in de huid trekt. Kloppend aanbrengen, niet masseren.
- Bij een vochtige huid: gebruik een product met indrogend effect zoals zinkoxide. Verschoon bij incontinentie regelmatig het incontinentiemateriaal. En bescherm de huid met barrièrecrème of barrièrespray.
Bron
- Richtlijn Decubitus, V&VN, 2021
- Smith, S. F., Duell, D. F., & Martin, B. C. (2014a). Verpleegkundige vaardigheden.