Body Mass Index
Laatst bijgewerkt op: 02-03-2023
De Body Mass Index (BMI) is een maat die laat zien of je gewicht in verhouding staat tot je lengte. Dit helpt bepalen of iemand een gezond gewicht heeft. De BMI heet ook wel Quetelet Index. Op deze pagina lees je meer over BMI en hoe je deze berekent voor ouderen.
Grenzen aan de BMI
De BMI zegt niets over je lichaamssamenstelling: hoeveel van je gewicht vet- of spiermassa is. De index gaat uit van de gemiddelde persoon. Daardoor is de maat minder geschikt voor wie zwanger is, borstvoeding geeft of heel gespierd is.
Voor sommige bevolkingsgroepen, zoals Aziaten en Hindoestanen, gelden andere grenswaarden vanwege een andere lichaamsbouw. Bekijk een overzicht van deze BMI-grenzen op de website van het Voedingscentrum. Ook voor mensen boven de 70 jaar zijn er andere grenswaarden dan voor jongere mensen.
BMI berekenen
Je berekent de BMI door het lichaamsgewicht (in kilo's) te delen door het kwadraat van de lichaamslengte (lengte keer lengte, uitgedrukt in meters). Bijvoorbeeld: iemand weegt 76 kilo en is 1,63 meter lang. De BMI van deze persoon is 28,6. Dit bereken je als volgt: 76 gedeeld door 2,66 (1,63 x 1,63) = 28,6.
Tip: gebruik de BMI-calculator van het Voedingscentrum. Vul leeftijd, geslacht, lengte en gewicht in en je ziet direct of het gewicht te hoog of te laag is volgens de BMI.
BMI-uitslagen bij volwassenen van 19-69 jaar
Voor de meeste mensen onder de 70 jaar geldt de volgende indeling per BMI-score:
Lager dan 18,5 | Ondergewicht |
Van 18,5 tot 25 | Gezond gewicht |
Van 25 tot 30 | Overgewicht |
Hoger dan 30 | Ernstig overgewicht |
BMI-uitslagen bij ouderen van 70 jaar en ouder
Voor ouderen geldt over het algemeen dat de BMI hoger mag zijn dan voor volwassenen tot 70 jaar. De meningen verschillen over hoe hoog precies. Vaak wordt het volgende onderscheid gemaakt:
Lager dan 22 | Ondergewicht |
Van 22 tot 27,9 | Gezond gewicht |
Van 28 tot 29,9 | Overgewicht |
30 en hoger | Ernstig overgewicht |
Vocht vasthouden en gewichtstoename
Door bijvoorbeeld aandoeningen aan het hart, de nieren of de lever kan vocht zich ophopen tussen de cellen van het lichaam. Dit heet oedeem. Het vocht hoopt zich vooral op in de benen, de enkels, de buik en de longen.
Het is heel belangrijk om iemand met oedeem regelmatig en op vaste tijden te wegen. Zo kun je zien hoeveel vocht iemand vasthoudt. De BMI is dan geen betrouwbare maat, omdat oedeem het echte gewicht maskeert.
Een goede methode in plaats van de BMI bepalen is de bovenarmomtrek meten. De diëtist kan deze meten en de uitkomst beoordelen.