Body Mass Index
De Body Mass Index (BMI) is een maat die laat zien of je gewicht in verhouding is tot je lengte. De BMI heet ook wel Quetelet Index.
De BMI zegt niets over je lichaamssamenstelling: dus hoeveel van je gewicht vet- of spiermassa is. Doordat de index is gebaseerd op de gemiddelde persoon, is de maat minder geschikt als je zwanger bent, borstvoeding geeft, of heel gespierd bent. Voor sommige bevolkingsgroepen, zoals Aziaten en Hindoestanen, gelden andere grenswaarden vanwege een andere lichaamsbouw. Ook voor mensen boven de 70 jaar worden andere grenswaarden aangehouden dan voor jongere mensen.
Bereken je BMI
Je berekent de BMI door het lichaamsgewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lichaamslengte (lengte keer lengte, uitgedrukt in meters). Bijvoorbeeld: iemand weegt 76 kilo en is 1,63 meter lang. De BMI van deze persoon is 28,6. Dit bereken je als volgt: 76 gedeeld door 2,66 (1,63 x 1,63) = 28,6.
Tip: Door het invullen van je leeftijd, geslacht, lengte en gewicht, berekent de calculator van het Voedingscentrum je BMI. Je ziet direct of je gewicht te hoog of te laag is.
BMI en leeftijden
BMI volwassenen 19-69 jaar
Voor de meeste mensen onder de 70 jaar geldt de volgende indeling:
Lager dan 18,5 | Ondergewicht |
Van 18,5 tot 25 | Gezond gewicht |
Van 25 tot 30 | Overgewicht |
Hoger dan 30 | Ernstig overgewicht |
BMI ouderen 70 jaar en ouder
Voor ouderen wordt in het algemeen aangenomen dat de BMI hoger mag zijn dan voor volwassenen tot 70 jaar. Hoe hoog exact is niet duidelijk, daar zijn verschillende meningen over. Vaak wordt het volgende onderscheid gemaakt:
Lager dan 22 | Ondergewicht |
Van 22 tot 27,9 | Gezond gewicht |
Van 28 tot 29,9 | Overgewicht |
30 en hoger | Ernstig overgewicht |
Aziatische of Hindoestaanse afkomst
Ben je van Aziatische of Hindoestaanse afkomst en wil je weten of je BMI in orde is? Kijk dan voor meer informatie op de website van het Voedingscentrum.
Vocht vasthouden en gewichtstoename
Door bijvoorbeeld hart-, nier-, of leveraandoeningen kan vocht ophopen tussen de cellen van het lichaam. Dit heet oedeem. Het vocht hoopt zich vooral op in de benen, de enkels, de buik en de longen. Om te zien hoeveel vocht iemand vasthoudt, is het heel belangrijk om iemand met oedeem regelmatig en op vaste tijden te wegen. De BMI is in deze situaties geen betrouwbare maat omdat oedeem het werkelijke gewicht maskeert. In plaats van het bepalen van de BMI is het meten van de bovenarmomtrek een goede methode. De diëtist kan deze meten en de uitkomst beoordelen.