Naar hoofdinhoud Naar footer

'Leren en verbeteren staat centraal voor de Inspectie'

Gepubliceerd op: 18-10-2021

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft een wettelijke taak om toe te zien op de kwaliteit van zorg en veiligheid voor cliënten in de zorg. Onderdeel daarvan is medicatieveiligheid. In een interview lichten Fieke Steevens en Margreet Parijs, werkzaam bij de IGJ, hun werk toe.

Door Antoinette Bolscher, expert medicatieveiligheid bij ActiZ en accounthouder van dit thema bij Zorg voor Beter.

Fieke Steevens: 'Zorgverleners en leidinggevenden vinden het vaak spannend als de IGJ komt. Ze willen graag dat er niets mis is. Ons uitgangspunt is: iedereen wil goede zorg leveren. Maar we zien dat dingen soms beter kunnen. Wij richten ons op het leren en verbeteren in de zorg.' 

Risicogestuurd toezicht

Margreet Parijs: 'Voor het risicogestuurde toezicht brengen inspecteurs een bezoek aan een organisatie, dat soms (kort van tevoren) wordt aangekondigd. De IGJ kijkt dan hoe in de organisatie wordt omgegaan met risico’s in de zorg voor de cliënt. In dat onderzoek gaan de inspecteurs de hele organisatie door: ze spreken met de bestuurder(s), de leidinggevenden, de zorgverleners en de cliënten. Het gesprek gaat over: hoe wordt de zorg verleend en waarom op deze manier? Zijn de risico’s in beeld? Hoe worden afwegingen gemaakt en tot welke werkafspraken leidt dit? 

Ogen en oren als het gaat om medicatieveiligheid

Ze bekijken dossiers, lopen mee met een medicatiedeelronde, kijken rond op de locatie, bijvoorbeeld naar medicijnkasten en registraties. In dat onderzoek horen en zien de inspecteurs wat er goed gaat, en ook wat niet zo goed gaat of wat minder onder de aandacht is van de organisatie. Zo ontbreken soms actuele toedienlijsten en proberen de zorgverleners dit steeds zelf op te lossen, maar schakelen zij niet hun zorgmanager of bestuurder in om met de apotheek afspraken te maken. Ook zien we soms dat bijvoorbeeld de opiatenregistratie niet sluitend is.' 

Toetsingskaders

De inspectie houdt in de VVT toezicht op basis van het Toetsingskader Verpleeghuiszorg en Toetsingskader Zorg Thuis. Die kaders gaan over kwaliteit van zorg in het algemeen. De inspecteurs kunnen ook naar een bepaald thema kijken, bijvoorbeeld medicatieveiligheid, op basis van het toetsingskader medicatieveiligheid. Zo’n toetsingskader is gebaseerd op veldnormen, bijvoorbeeld de Veilige principes. Op basis van het bezoek wordt de organisatie in beeld gebracht en krijgt de organisatie een rapport: Wat gaat goed, wat kan beter en wat moet beter?

Incidententoezicht

Een cliënt, burger of betrokkene kan een melding doen bij de inspectie. Zij kunnen dit doen bij het Landelijk Meldpunt Zorg. Meldingen kunnen ook worden gedaan door de organisatie zelf. De organisatie is bijvoorbeeld verplicht om een calamiteit of geweld in de zorgrelatie te melden. Bij het incidententoezicht behandelt de inspectie de meldingen.

Leren en verbeteren

Fieke Steevens: 'Na een melding wordt in de meeste gevallen aan zorgaanbieders gevraagd om zelf onderzoek te doen. Een organisatie leert veel meer door zelf onderzoek te doen naar wat er is gebeurd en hoe dat kon gebeuren, dan wanneer wij dat onderzoek zouden doen. De organisatie moet het onderzoeksrapport opsturen aan de IGJ. De IGJ beoordeelt of het onderzoek voldoende zorgvuldig is gedaan: wat is er gebeurd, hoe is het gebeurd, hoe is het geanalyseerd, wordt het besproken en wordt er van geleerd? En vervolgens: zijn er passende verbetermaatregelen getroffen om het risico weg te nemen of te verkleinen? Leren van incidenten en calamiteiten én verbeteren, dat staat centraal voor de IGJ. Voor veilige zorg voor de cliënt en kwaliteit van zorg.'

‘Zorg blijft mensenwerk, daar kan iets fout in gaan. Waar het om gaat is - heeft een organisatie de risico’s voor een cliënt in beeld, wat doe je om die fouten te voorkómen en risico’s te verkleinen? Leer je van je fouten en werk je aan verbeteren van de zorg? We willen zien wat er is gebeurd, en of ervan wordt geleerd.’

Fieke Steevens, Inspecteur IGJ

Wat is opvallend uit medicatieveiligheid meldingen?

Fieke Steevens vertelt wat de IGJ opvalt vanuit de meldingen over medicatieveiligheid:

  • Incidenten met het instellen van morfinepompen komen regelmatig voor. Dat is een risicovolle handeling die voor veel medewerkers niet dagelijks gebeurt en waar regelmatig iets mee misgaat, bijvoorbeeld met het instellen van de pomp, het berekenen van de dosering, ontbreken van controles. 
  • Er zijn regelmatig problemen rond bevoegd- en bekwaamheid, bijvoorbeeld: 
    • Het is onduidelijk of trainingen / scholingen zijn gevolgd (geen overzicht bijgehouden).
    • Iemand die zich niet bekwaam voelt en handelingen toch doet.
    • Medewerkers in opleiding krijgen sneller verantwoordelijkheid dan waar ze zich bekwaam voor voelen.
  • Overdracht van medicatiegegevens: bijvoorbeeld medicatie die niet op de toedienlijst staat, of wel in de ene overdracht staat en niet in de andere.

Wat valt op vanuit inspectiebezoeken?

Volgens Margreet Parijs valt vanuit de inspectiebezoeken op:

  • De IGJ ziet dat er meer gebruik wordt gemaakt van ETDR (elektronische toedienregistratie); dat is een mooie ontwikkeling. Dit lijkt tot nu toe minder fouten te geven. Medicatiewijzigingen staat sneller op de toedienlijst. Het leidt tot intensievere samenwerking met apothekers en huisartsen.
  • Aandachtspunt is dat de opiatenregistratie vaak niet sluitend is. Vaak is de registratie in de basis niet goed: wat is er besteld, wat is binnen gekomen, wat is de voorraad, wat is er wanneer voor welke cliënt uit gegaan. Op ieder moment moet je de voorraad inzichtelijk hebben. Kijk samen met de apotheker hoe je dat proces goed inricht. Bijvoorbeeld, hoe levert de apotheker doosjes en mogelijk een registratieformulier aan. Je moet goed weten waarom je wilt registreren: het gaat bij opiaten om misbruik te voorkomen. In geval van misbruik wil je dat snel kunnen signaleren. 
  • Soms zijn de risico’s van het toedienproces onvoldoende in beeld. Belangrijk punt is het delen van medicatie per cliënt. In plaats van medicatie voor meerdere cliënten tegelijk mee te nemen en vooraf of achteraf voor allemaal tegelijk af te tekenen. Risico in dat laatste geval is dat je de medicatie verwisselt en aan de verkeerde cliënt geeft. Je verhoogt de risico’s door zo’n werkwijze. Medewerkers realiseren zich dat vaak wel, maar het vraagt ook iets van collega’s om hen heen. Met elkaar moet je zorgen dat de degene die de medicatie deelt zijn/haar werk geconcentreerd kan doen. 
  • In de thuiszorg is sprake van veel versnippering: thuiszorgorganisaties hebben te maken met  veel huisartsen en apothekers. En omgekeerd hebben die artsen en apothekers te maken met veel thuiszorgorganisaties. Dat maakt afspraken maken lastig, terwijl die afspraken en (regionale/keten) samenwerking juist nodig zijn. 
  • We zien dat medewerkers vaak zelf proberen om problemen op te lossen. Als hetzelfde probleem vaker voorkomt, dan is het belangrijk om dit op te schalen naar de leidinggevende. Daardoor kun je problemen structureel oplossen. Maak bijvoorbeeld ook een MIC-melding, dan kan de basisoorzaak worden uitgezocht. Meld problemen bij je leidinggevende; dat gebeurt niet altijd.  

De inspectie heeft de informatie over de knelpunten ingebracht in het Platform medicatieveiligheid en dit wordt opgepakt door het Platform.  

Meer informatie