5A-model Stap 4: Assisteren
Laatst bijgewerkt op: 29-02-2024
Bij Assisteren gaat het erom dat de zorgverlener de cliënt op coachende wijze ondersteunt bij het aanleren van vaardigheden die de cliënt nodig heeft om de aandoening in zijn leven in te passen, rekening houdend met zijn individuele situatie. Dit wil zeggen dat de zorgverlener met de cliënt bespreekt wie hem kan ondersteunen bij de activiteiten en handelingen waarbij hij ondersteuning nodig heeft. Wanneer het een cliënt niet lukt bepaalde handelingen zelf uit te voeren, zal de zorgverlener samen met de cliënt mogelijkheden zoeken waardoor de cliënt toch zo zelfstandig mogelijk kan functioneren. Zo kan bijvoorbeeld zorgtechnologie ingezet worden.
De zorgverlener assisteert de cliënt, waarbij zij:
- De cliënt aanmoedigt dagelijkse taken waar mogelijk zelf uit te voeren.
- De cliënt leert hoe hij dat kan doen (eventueel met hulpmiddelen of steun van naasten).
- De cliënt helpt om activiteiten te kiezen die hij goed aankan zodat succes kan worden geboekt.
- Met de cliënt bespreekt van wie hij dagelijkse ondersteuning kan krijgen (familie, vrienden, netwerk).
- Met de cliënt bespreekt hoe hij aan de slag kan met behulp van zelfmanagementhulpmiddelen.
- De cliënt assisteert om zijn eigen gezondheid en lichamelijke reacties te monitoren.
- De naasten van de cliënt ondersteunt bij het omgaan met de aandoening.
Hulpmiddelen en valkuilen bij Assisteren
Er zijn talloze hulpmiddelen om de zorgvrager en zijn omgeving te assisteren bij de uitvoering van gemaakte afspraken.
- De Hulpmiddelenwijzer bevat veel voorbeelden van hulpmiddelen en aanpassingen voor zorg, welzijn en wonen.
- Monitoren van de klachten met een dagboekje of app.
- Digitale zorg: oplossingen en hulpmiddelen voor de gehandicaptenzorg.
Valkuilen bij Assisteren:
- Te weinig tijd nemen voor instructie en voor het leren omgaan met een hulpmiddel met als gevolg dat de cliënt dit niet gebruikt.
- Niet controleren of de instructie begrepen is.
- Overnemen van zorg door de zorgverlener, bijvoorbeeld omdat het veel sneller gaat als zij het zelf doet, of omdat ze denkt dat de cliënt of omgeving niet in staat is om het zelf te doen.
- Alle taken bij de mantelzorg neerleggen, met als gevaar dat de mantelzorger wordt overbelast.